Het openbaar vervoer in Nijmegen kan en moet beter vindt de gemeente. Om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren, is ze bereid daarin te investeren. Een nobel streven. Alleen is er over de invulling van dat streven natuurlijk weer gesteggel.

Gaf de raad begin dit jaar nog aan dat de halte in de Burchtstraat gehandhaafd diende te worden, wethouder Jan van der Meer ziet het weer anders. Hij wil die busroute verleggen naar de Waalkade. De talloze dikke drommen bejaarde Duitse cruise-toeristen moeten per slot van rekening op hun wenken worden bediend en dat gaat niet als ze met hun rollators en looprekken de Grotestraat omhoog moeten klauteren.

De zaterdag- en maandagmarkt in de Augustijnenstraat/Burchtstraat zijn ineens niet meer te combineren met de buslijn. Hoezo? De marktkooplui zitten er prima, omdat er elders in het centrum toch geen alternatieve locatie is te vinden. De middenstanders hoor je ook niet klagen. Een studie wees immers uit dat de huidige lijn 16 procent meer reizigers trekt dan deze over de Waalkade. Voor hen betekent de huidige lijn alleen maar potentiële klandizie. De reizigers zelf weten al sinds jaar en dag dat op zaterdag en maandag de buslijnen bij Plein 1944 ophouden, wat nog steeds een prima bereikbaarheid voor het centrum betekent.

Van der Meer wil wel onderzoeken of de bussen misschien via de Waalkade en de Parkweg naar Plein 1944 kunnen rijden. Sowieso geen slecht plan met Koers West in gedachten.

Dat levert echter nog steeds geen goed argument op om de Burchtstraat als lijn op te heffen. Als de bereikbaarheid van het centrum je lief is, moet je kiezen voor én-én en niet óf-óf. Een probleem moet je oplossen, niet groter maken.

Van der Meers openbaarvervoerplannen deden de schrik vooral bij de lokale senioren om het hart slaan. Want vanaf de Waalkade in het centrum komen, is voor ouderen onbegonnen werk.

Om hen tegemoet te komen, onderzoekt de gemeente de mogelijkheid voor een lift bij de Veerpoorttrappen aan de Waalkade. Maar daarmee zijn onze minder mobiele medeburgers er nog niet. Vanaf de achterkant van het casino moet, weliswaar iets minder steil, toch nog een honderd meter bult op worden geschuifeld.

Ook wethouder Paul Depla mengt zich in de discussie door te stellen dat een rolbaan of roltrap de uitstraling van de Veerpoorttrappen verpest. Een glazen lift past volgens hem beter in de omgeving. Jaja, net als dat kleine, foeilelijke ding bij de Mariënburgkapel zeker.

En niet-senioren? Die kunnen in het kader van ‘Nijmegen, City of Health’, best een paar honderd meter omhoog blijven ploeteren. Maar misschien is de fietskoerier te verleiden om riksjavervoer te verzorgen.

Onlangs verscheen in de plaatselijke heraut een breed uitgemeten promoverhaal over hoe mooi en talrijk alle bouwprojecten zijn in Nijmegen. De Marikenstraat is op zich fraai, maar trekt vooral filiaalketens aan, de ‘gewone’ winkels houden het er niet lang vol. De Moenenstraat is een onaantrekkelijk steegje geworden met aan het eind een rare doorloop bij het Arsenaal. En dan natuurlijk niet te vergeten alle projecten waarmee Nijmegen de hoogte in gaat. Het lijkt wel of Nijmegen wil concurreren met Zutphen, de échte torenstad.

Een bediscussieerde woontoren op de Hezelpoortgarage tegenover de twee reeds aanwezige woontorens op de hoek Weurtseweg/Voorstadslaan. Fiftytwo Degrees als een technologisch Babel. Plannen om op de plek van Metterswane een woontoren te bouwen. Niet minder dan vier doorgedrukte woontorens in de ruimte waar nu Park ’44 ligt.

En niet te vergeten die vermaledijde nepdonjon. Alles moet verticaal. Altijd handig voor het target-practicing van Al Qaida-achtige groeperingen. Al zien wij die liever aan de slag met de gebouwen tussen Kolpinghuis en station: dat die niet gezamenlijk de top tien van lelijkste gebouwen van Nijmegen aanvoeren, is nog steeds een raadsel.

Kronenburgerpark. Het fraaie historische stadspark blijkt een bloeiend paradijs te zijn voor blowers, snuivers en tippelaarsters. Omwonenden durven ’s avonds het park niet meer in en klagen over de overlast. Ook de tippelzone in de Nieuwe Marktstraat zorgt voor veel ongemak. De marktwerking van deze gelegaliseerde branche zorgt ervoor dat reeds gevestigde dames de nieuwkomers weren. Die gaan vervolgens elders aan de wandel. De politie beweerde eerder dat er van overlast in het gebied rond het park als ook de tippelzone geen sprake was. De burgemeester vond van wel. De politie zegt inmiddels wel degelijk regelmatig te controleren aan de hand van mountainbike-agenten. Maar controleren is niet voldoende, er zijn aanvullende maatregelen nodig. Al weten gemeente en politie nog niet welke. Een pasjessysteem voor de tippelaarsters werd al geopperd. Ja, nog een Ausweis-adept erbij na de legitimatieplicht. Bovendien, wat doe je aan de veel meer overlast gevende, autoronkende klanten en de in het park rondhangende dealers en gebruikers? Ook een pasje geven?