[ vooraf ]
---
de Montage
---
[ recensies ]
---
Kalkar: kein Wasser Wunderland
---
[ verder ]
---
|Column|
Intrigant

---
Nijmeegse Zaken
---
Kort en bondig
---
[ cartoon ]
---
CDA stoort zich aan fiets in Nijmeegse voortuinen
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Dziga helpt beginnende filmer op weg
Editie: maart 2005

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Torre en Roos
nog lang niet uitgespeeld

Editie: juli 2013
---
Artikel:
Het muZIEum opent gesloten ogen <
Editie: juli 2013

---


--==LEES==--
Kalkar: kein Wasser Wunderland

door Arnout Drent


Kalkar. Een ‘hellevuur dat nooit ontstoken diende te worden’. Zo omschreef Friedhelm Farthmann, de voormalige minister van arbeid, gezondheid en sociale zaken van het bondsland Noordrijn-Westfalen in 1985 de kerncentrale in het plaatsje Hönnepel. Dat was opmerkelijk. Want Farthmann had tot 1985 eerst 13 vergunningen afgegeven om de snellekweekreactor te laten bouwen. Dat is een van de raadsels die opgelost zijn na lezing van het boek: ‘De angstreactor. Kalkar, kroniek van een eeuwige belofte.’

Kernenergie. Voor sommigen een bron van ongekende mogelijkheden, voor anderen het einde der tijden. Deze energiebron is bijna onlosmakelijk verbonden met het tijdperk van na de Tweede Wereldoorlog. Ondanks dat het de wereld duidelijk was hoe vernietigend de kracht van atoombommen zoals op Hiroshima en Nagasaki kon zijn, heerste in de jaren vijftig en zestig eveneens op het gebied van kernenergie het vooruitgangsgeloof.

Toch groeide langzaamaan de scepsis ten aanzien van kernenergie, vooral vanwege de sterke verbondenheid van ‘vreedzaam’ gebruik aan kernwapens. Twee ongelukken, in Harrisburg in 1979 en Tsjernobyl in 1986 zorgden definitief voor breed gedragen weerstand. Die weerstand was er al veel langer in actiekringen. Voor Nederland begon dat eind jaren zestig met Kalkar, een snellekweekreactor op pakweg 15 kilometer van ons grondgebied. Door een veelheid aan factoren zag dit veelkoppige monster zich echter binnen 25 jaar succesvol bevochten.

Kees van den Bosch, Nijmegenaar en journalist voor het VPRO-programma Argos, nam een sabbatical van negen maanden om zich te wijden aan een boek over de opkomst en neergang van het huidige Wunderland Kalkar. In 2006 was daar de vrucht van zijn werk: ‘De angstreactor. Kalkar, kroniek van een eeuwige belofte’. Van den Bosch vertelt hiermee een verhaal van idealen, overtuiging, twijfel, angst, sabotage, spijt en verbolgenheid. Of, zoals de achterflap omschrijft, het verhaal ‘dat begint in 1957 in het naoorlogse Duitsland in Karlsruhe en in 1995 eindigt in het pretpark in Kalkar’.


Het leuke aan het boek is voor de lokale lezer de rol die Nijmeegse clubs hebben gespeeld in de discussies en acties rond kernenergie in met name de jaren zeventig en tachtig. De Nijmeegse antikernenergiebeweging, de Stroomgroep Stop Kalkar, de vrouwenbasisgroep en de basisgroep ‘Steekvlam’, om er een aantal te noemen.

Van den Bosch heeft een ongelooflijke hoeveelheid informatie weten te verkrijgen van een keur aan bronnen. Actievoerders, wetenschappers, politici, veelal uit Duitsland. Opmerkelijk is de medewerking die hij kreeg van de projectleiders in Karlsruhe en de bedenker van de snellekweekreactor, professor Häfele.

Hun openhartigheid is tegelijkertijd, ten dele, een uiting van frustraties over een nooit in gebruik genomen prestigeproject. De diversiteit aan gesprekspartners en toegang tot een scala aan documenten, tot goedgekeurde inzage in geheime stukken aan toe, zijn buitengewoon helder en toegankelijk gefuseerd tot een interessant, bijna spannend, boek.



Het is een schoolvoorbeeld van uiterst gedegen journalistiek werk. Niet alleen de openheid waarmee Van den Bosch zijn onderwerp en informanten tegemoet treedt, maar ook de vlotte schrijfstijl, toont de behoefte aan meer onderzoeksjournalistiek eens te meer aan. Het lezen van zijn ‘Angstreactor’ praat de informatiebehoeftige snel bij op onvertrouwd terrein. Bijna een vereiste, nu de laatste jaren weer meer discussie leeft over kernenergie als alternatief voor kolen, gas en olie.

De kerncentrale in Kalkar bleek een bijzonder dure aangelegenheid. De uiteindelijke kosten voor dit nooit voor het oorspronkelijke doeleinde in gebruik genomen project bedroegen zo’n 4,1 miljard euro. De bouwstart was in 1970, de oplevering in 1985, de definitieve sluiting in 1991 en in 1995 gevolgd door verkoop aan de Nederlandse ondernemer Hennie van der Most, die er een pretpark van maakte.

Op het moment van recenseren van dit boek verschenen diverse artikelen over het Europese en wereldwijde klimaat- en energiebeleid. Op 16 april kopte de Belgische krant De Tijd bijvoorbeeld: „Commissie bepleit bouw kerncentrales; Europa ‘Kernenergie levert belangrijke bijdrage in strijd tegen klimaatverandering’”. Ook hier lijkt de geschiedenis zich, in gemuteerde vorm, te herhalen. Wat dat betreft blijft Kalkar actueel tot in de kern.

Kees van den Bosch, 2008: De angst­reactor, Amsterdam. € 19,90.
ISBN 90 8506 292 6

 

Webmaster: Joris Teepe