De Burcht probeert Vuurens van zijn troon te stoten door het op de Vlaamse toer te gooien. Wat meteen opvalt is dat er niets Vlaams is aan de sauzen. Geen Belgische mayo, geen mammoetsaus en andere typisch Belgische sauzen, maar gewoon Nederlandse zoete fritessaus en curry en zelfs de satésaus komt FEBO-style uit een pompje. De friet zelf is niet slecht maar onderscheidt zich nauwelijks van goed gebakken gewone fabriekspatat.
’t Patathuys doet een betere poging tot een ambachtelijke uitstraling. De friet wordt geschept in een grote puntzak. De klant kan zelf koude sauzen toevoegen naar eigen inzicht. Hoewel ’t Patathuys niet pretendeert een Vlaamse frituur te zijn, kun je naast de Hollandse fritessaus ook Belgische mayo op je friet doen en zelfs aan de ouderwetse piccalilly en zure bom is gedacht. De friet smaakt prima en is goed gebakken.
Over Vuurens is al veel geschreven, dus daar kunnen we kort over zijn. Superieure friet die eerst wordt voorgebakken en daarna afgebakken waar je bij staat. Vuurens had altijd al de zure bom en piccalilly. Daarnaast is er voor de liefhebber de halve haan en zelfs ‘ham and eggs’. En de satésaus en het stoofvlees van Vuurens zijn ongeëvenaard. Vuurens is en blijft een instituut.