De Nijmeegse begroting wordt hoe langer hoe onduidelijker. Dan verdwijnt er weer twaalf miljoen en dan wordt er weer vijfeneenhalf miljoen teruggevonden. Je moet op z'n minst iets van hogere wiskunde weten om te zien waar het geld blijft of waar het naartoe gaat. Nu is geld geen energie, maar waar zich het zwarte gat in de begroting bevindt, is voor iedereen een raadsel. Zo'n raadsel zelfs dat er een extern bureau is ingehuurd dat de tijd-ruimteverhoudingen binnen de Nijmeegse boekhouding onderzoekt. Je hebt een Albert Einstein nodig om uit te vissen waar wat blijft. Nu moeten we het voorlopig met het wiskundig brein van wethouder financiën Peter Lucassen doen.