Weinig mensen weten dat De Staat nu pas eigenlijk aan zijn eerste groepsalbum
toe is. Ondanks het organische rockgeluid van hun debuut
Wait For Evolution
waren de songs grotendeels door frontman Torre Florim alleen opgenomen in zijn
Nijmeegse slaapkamer. Hij bespeelde op die plaat zowat alle instrumenten zelf
en zocht pas na het voltooien van de opnamen naar muzikanten, om als groep mee
op tour te gaan.
|
|
foto: Klaas Jan Kliphuis
|
Diezelfde groep heeft nu als een hecht collectief de tweede plaat
Machinery
opgenomen. En het moge duidelijk zijn, deze elf nieuwe songs laten weer een
stap voorwaarts horen in de ontwikkeling van Florim als songschrijver. Maar ook
in het musiceren is goed hoorbaar dat de vijf huidige bandleden steeds beter op
elkaar zijn ingespeeld en in het groepsgeluid de nodige progressie doormaken.
Niet alleen als songsmid heeft Florim vorderingen gemaakt, ook in tekstueel
opzicht valt er volop te genieten. De nummers zitten vol taalgrapjes,
woordvondsten en allerlei andere trucjes waarmee je op het verkeerde been wordt
gezet. Het beste en meest hilarische voorbeeld is Old MacDonald Don’t
Have No Farm No More waarin Florim uitlegt waarom er geen boerderij meer is:
hij laat alle dieren vakkundig op diverse manieren het loodje leggen.
Een ander voorbeeld is het samen met collega-songwriter Lea Kliphuis gezongen
Sweatshop: „Working long hours on the count of the beat”.
De titel Machinery is niet voor niets gekozen. Drummers Tim van Delft en Bram
Hakkens zorgen met hun naar minimal music neigende machinale ritmes dat de
nummers je bij de les houden. Van Delfts typerende drumstijl met voornamelijk
droge en zonder tierelantijnen gespeelde patronen was al eerder te horen op de
cd Te koop van de deels Nijmeegse Nederlandstalige groep Ontroerend Goed.
Zelf zegt Florim dat de Amerikaanse minimal music-componist Steve Reich hem bij
het maken van deze plaat heeft beïnvloed. De rock van Queens of the Stone
Age-gitarist Josh Homme, die een grote inspiratiebron was voor Wait For
Evolution, speelt nu een bescheidener rol.
Niet alleen de inhoud is goed, ook qua verpakking mag Machinery er zijn. De cd
gaat vergezeld van een fraai boekje met tekeningen die verwijzen naar de
hoogtijdagen van de industriële revolutie en foto’s van de
bandleden, gekleed als waren ze fabrieksarbeiders in de voormalige
Dobbelmannfabriek.
Concluderend: Nijmegen mag opnieuw trots zijn op De Staat en de bandleden zelf
mogen trots zijn op Machinery. Hiermee is De Staat een aanwinst voor elk
zichzelf respecterend festival komende zomer, een boodschap die Pinkpop alvast
heeft opgepikt. •
De Staat – Machinery
Mascot Records
www.destaat.net