Deze maand is het 67 jaar geleden dat Nijmegen in brand vloog door de inslaande
bommen uit geallieerde vliegtuigen. Het bombardement is de pensioengerechtigde
leeftijd inmiddels gepasseerd. Desondanks blijft de ramp nadrukkelijk aanwezig
in het geheugen van de stad. Het drama op de Nijmeegse grond blijft altijd
herdacht. Maar wat gebeurde er in de lucht?
Een frisse februariwind blaast over het vliegveld bij het Britse plaatsje
Flixton. Met opgetrokken schouders lopen de manschappen van de 446th Bomb Group
na het ontbijt naar de briefingruimte. Met de slaap nog in de ogen wensen de
piloten elkaar een fijne dag. „Good morning Pappy”, krijgt de
oudste van het stel met een knipoog toegeworpen. „Om acht uur ‘s
ochtends briefing”, luidde het bevel de vorige dag. Dat betekende
uitslapen, tot ongenoegen van sommigen. Tijdens de korte wandeling klagen
vliegers tegen elkaar dat hun collega’s van de vroege missies al het
lekkers van het ontbijtbuffet hadden gekaapt.
„Your target is Gotha”, is de voornaamste boodschap van de
briefing. Mocht dit doel niet worden bereikt, dan geldt de stad Eschwege als
alternatief om te bombarderen. De piloten zijn vrij om een gelegenheidsdoel in
Duitsland te kiezen als beide steden niet bereikbaar blijken. Voorts krijgt de
groep nadrukkelijke instructies om de grootste luchtafweerinstallaties te
ontwijken. Na de briefing maken de piloten zich klaar voor vertrek en begeven
ze zich naar hun bommenwerpers.
Vijand
Om negen uur stapt Pappy in de cockpit van zijn B-24 Liberator. Sneeuwvlokjes
dwarrelen langs het vliegtuig. De commandant van de operatie, kapitein William
Schmidt, vergezelt Pappy als tweede vlieger. Snel sluiten zij de deuren achter
zich, vanwege de aanzwellende sneeuwbui. Ondanks de witte muur geeft Schmidt
het commando tot opstijgen. Loeiende vliegtuigmotoren brengen de tientallen
bommenwerpers boven Het Kanaal. Onder aanvoering van Pappy en Schmidt dringt de
luchtvloot om twaalf uur ’s middags het Nederlandse luchtruim binnen.
Hier blijven ze niet onopgemerkt. De Duitse luchtafweer ratelt genadeloos en
ook de Luftwaffe zit ze op de hielen. Het slechte weer en de hevige weerstand
veroorzaken wanordelijke toestanden in de lucht. Daarop besluiten de hoogste
bevelhebbers in Engeland de missie af te blazen. Deze boodschap bereikt
kapitein Schmidt echter niet direct. Pas na veel discussie via de koptelefoon
staat het ook voor kapitein Schmidt vast: Gotha en Eschwege worden niet gehaald.
|
|
Klik op het plaatje om te vergroten
Nijmegen gezien vanuit de bommenwerpers even voordat de vernietigende
bommen naar beneden suisden. Regionaal Archief Nijmegen
|
Intussen vliegt de luchtvloot ruim vijftig kilometer voorbij de Duitse grens.
Daar draaien de vliegtuigen in de richting van Engeland met als laatste optie
het bombarderen van een gelegenheidsdoel. Al spoedig doemt een stad voor hen
op. Compleet met luchtafweer, spoorwegen en station lijkt dit een strategische
stad van de Duitse vijand. Hier kunnen de mannen van Schmidt hun bommen kwijt.
„Bombs away!”, klinkt het in de bommenwerpers van de 446th Bomb
Group. Honderden bommen suizen naar beneden. Vanuit de lucht lijkt de aanval
geslaagd: Nijmegen staat in brand.
Poepen
De terugweg verloopt minder chaotisch dan de heenweg. Het merendeel van de
vliegtuigen landt rond drie uur in de middag ongeschonden op het vliegveld van
Flixton. Volgens goed gebruik worden de bemanningsleden na de missie door hun
bevelhebbers gehoord. Betrokken piloten beschrijven de voltreffers van de
missie: „Het centrum is goed geraakt, waardoor de volledige stad is
geruïneerd.” Sommige vliegers vertellen dat ze stof en vlammen tot
immense hoogte zagen opstijgen. Het gelegenheidsdoel was succesvol
gebombardeerd.
Niet alles beoordelen de betrokken vliegers positief. Het valt de vliegers
bijvoorbeeld niet mee om uren te moeten wachten op de verhoren. Ook hebben zij
het koud, de luchtmacht moet maar eens voor warme kleren zorgen. Daarnaast
klagen zij over de oneerlijke verdeling van het ontbijt. Ten slotte is het
gebrek aan toiletten bij de verhoorruimtes een heftig punt van kritiek. Twee
traumatische gebeurtenissen op één dag: terwijl de vlammen het
Nijmeegse stadscentrum teisteren, poepen in Engeland piloten in hun broek.
Na het verhoor van de bemanningsleden zijn de officieren aan de beurt. Tezamen
evalueren zij het verloop van de missie. De oorspronkelijke doelen zijn niet
bereikt. Toen zij onverrichter zake terugvlogen, kwam Nijmegen in het vizier.
Kapitein Schmidt ontkent in eerste instantie niet dat zijn groep doelbewust
Nijmegen bombardeerde. Hij stelt bovendien dat nooit is aangegeven dat
Nederlandse steden verboden terrein zijn voor geallieerde bommen. De dagen na
de ramp neemt het schuldbewustzijn langzaam toe. Nijmegen had nooit
gebombardeerd mogen worden. •