De Nijmeegse Stadskrant

“We hadden nogal een stroeve aanloop”, geeft Martin Peters aan. “Niet wat de kindervoorzieningen betreft, dat liep vanaf het begin storm. Vol-wassenen daarentegen konden de weg naar De Klif nog niet goed vinden. De laatste tijd is er gelukkig een sterke toename in het aantal mensen dat dit gebouw aandoet voor de hier aangeboden activiteiten. Het blijft natuurlijk aftasten wat aanslaat en wat niet. De sporthal is bijvoorbeeld bijna elke avond volgeboekt.” Jan Bannink haakt hier op in en geeft aan dat het voor iedere nieuwe onderneming tijd kost om mensen aan zich te binden. “De mensen ontmoeten elkaar hier ook via andere dingen, zoals de school. Dat moet gewoon groeien.”
In het gebouw bevindt zich ook een wijkcafé. Het blijkt echter niet gemakkelijk daarvoor een uitbater te vinden. “Dit café heeft een aangepaste horecaformule nodig”, licht Bannink toe. “Je zit hier toch onder één dak met een basisschool en andere kinderfaciliteiten en dat vereist een andere aanpak. Kinderen zijn om vier uur uit school en blijven nog in het gebouw rondhangen. Om vijf uur zien zij het nog steeds als hun school en daar moet je rekening mee houden.” Daar komt bij dat er niet gerookt mag worden. “Dit kan voor een aantal mensen reden zijn om het café niet te bezoeken. Zoiets werpt voor een uitbater natuurlijk een extra drempel op om daar aan de slag te gaan.”

De Klif is het voorzieningencentrum van Oosterhout. Het markante gebouw herbergt een scala aan gemeenschapsvoorzieningen, waarvan basisschool De Oversteek de belangrijkste is. Voor de kleintjes is er verder nog kinderopvang en een afdeling jeugdgezondheidszorg aanwezig. De sporthal, het theater, het wijkcafé en het aanbod aan cursussen en andere activiteiten moeten ervoor zorgen dat de bewoners binding krijgen met de wijk.

Het voorzieningencentrum is vooral gericht op de inwoners van Oosterhout. “De gemiddelde leeftijd is hier erg laag”, vertelt Bannink. “Er wonen veel jonge gezinnen en dat heeft zo zijn voor- en nadelen voor De Klif. Aan de ene kant groeit de basisschool enorm hard. Aan de andere kant zijn die mensen afhankelijk van een oppas als ze ’s avonds de deur uit willen.” Peters voegt hier aan toe: “Zodra we een vast activiteitenprogramma hebben, wordt het eenvoudiger om daar rekening mee te houden.”

Voor ouders van jonge kinderen is het voorzieningenhart een enorme aanwinst. De groei van basisschool De Oversteek overstijgt de verwachtingen dan ook ruimschoots. Dit brengt echter wel een probleem met zich mee. “Als we alles op zijn beloop laten, verandert De Klif in een school”, meent Bannink. “We moeten een keuze maken om het multifunctionele karakter van De Klif te behouden. Dat is best lastig.” In 2008 zullen alle lokalen in De Klif volledig bezet zijn door leerlingen van De Oversteek. De school bereikt daarna een piek met meer dan 1000 leerlingen. “Dat past niet meer in dit gebouw”, licht Peters toe. “We moeten dan een besluit nemen voor extra tijdelijke voorzieningen.”

Ze geven aan dat De Klif een dure voorziening is en dat er veel geld bij moet. Maar in tegenstelling tot andere multifunctionele instellingen als LUX en De Lindenberg hebben zij er geen moeite mee om het financiële hoofd boven water te houden. “Dat komt doordat wij te maken hebben met meerdere subsidiestromen en niet alleen afhankelijk zijn van het cultuurpotje. Een groot deel van de vergoeding loopt via de school”, verklaart Peters. “Één ding staat buiten kijf. Het gebouw gaat nooit failliet. Het managen van de groei is dan ook belangrijker dan het managen van tekorten en een zogenaamde ondergang.” Ondanks de opstartproblemen kijken de heren positief terug op het eerste jaar van De Klif. Peters: “Het was voor iedereen nieuw, maar we hebben met z’n allen toch iets moois neergezet.” Bannink beaamt dit en eindigt met: “De Klif is nu al een succes.”