Over de bijzondere projecten van Bart – of Bartolomé –
Duijsens is met gemak een complete Stadskrant te vullen. Het vijftienjarig
bestaan van de mede door hem opgerichte Stichting Fundación Interchange,
is aanleiding voor een gesprek over Venezuela, wereldmuziek en de waarde van
‘het oorspronkelijke’.
|
|
Antropoloog Bartolomé Duijsens: „Toen ik voorstelde om een
wereldmuziekfestival te organiseren, volgde de vraag: Wat is dat,
wereldmuziek?” foto: Jasper de Glas
|
Bart Duijsens is antropoloog, schrijver, muziekproducer, documentairemaker,
tourmanager en een lopende encyclopedie wat betreft Venezuela en Cuba. Niet dat
hij zichzelf zo beschrijft, daarvoor is hij te bescheiden. Sinds zijn studie
antropologie aan de Nijmeegse universiteit is hij zeer nauw betrokken bij de
inheemse volken van Zuid-Amerika, in het bijzonder die van Venezuela. Zo
betrokken zelfs dat hij zijn promotieonderzoek naar de Venezolaanse
volkscultuur deels zelf financierde.
Het kenmerkt de eigenzinnigheid van deze antropoloog die van kindsbeen af zich
interesseerde voor andere volken. „Albert Schweitzer was een idool voor
me”, vertelt Duijsens. „Tropendokter, dát wilde ik
worden!” Met een paar generaties artsen als voorouders lag dat in de lijn
der verwachting. Na drie keer te zijn uitgeloot voor de studie geneeskunde,
gooide hij het over een andere boeg. Hij koos voor de antropologie. Met die
studie kon hij op zoek naar „mensen en levenswijzen waarvan de kennis
niet verloren mag gaan voor toekomstige generaties”.
Revolutie
Na zijn studie was Duijsens op diverse gebieden actief voor inheemse volken.
Duijsens: „Ik schreef voor ideële bladen, sprak op congressen en
initieerde en werkte mee aan muziekproducties. Samen met een andere antropoloog
richtte ik stichting Fundación Interchange op. Daarmee bracht ik deze
uiteenlopende maar met elkaar samenhangende initiatieven onder een
noemer.” Lag het zwaartepunt van zijn stichting in het begin bij het
informeren van het publiek over inheemse volken, later verschoof dit naar het
opzetten en presenteren van muziekproducties.
Van 1994 tot 2008 bezocht hij Venezuela geregeld. In 1990 bezocht hij Cuba voor
de eerste keer, op een moment dat het falen van het ‘tropisch experiment
met het staatssocialisme’ pijnlijk duidelijk werd. Hij schreef daarover
het manuscript
Cuba en de droommachine.
|
|
Inheemse vrouwen uit het noordwestelijke puntje van Venezuela.
foto: Bart Duijsens
|
Jaren later maakte Duijsens de zogeheten Bolivariaanse revolutie onder leiding
van wijlen Hugo Chávez van dichtbij mee. „De samenleving
polariseerde sterk door de komst van Chávez. Met een soort balanceeract
bewaarde ik mijn neutraliteit. Het mooie was wel dat voorheen marginale
inheemse leiders dankzij die ‘revolutie’ politieke ambten op een
presenteerblaadje kregen aangeboden in het nationale parlement te Caracas.
Omdat ik al contact met hen had toen ze nog ergens in de rimboe ageerden, kon
ik plotseling overal binnenlopen.”
Zo maakte hij persoonlijk kennis met Nohelí Pocaterra, de tweede
vicepresidente, en met Rigoberta Menchú, de Guatemalteekse voorvechtster
van inheemse rechten die in 1992 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Duijsens
was gesprekspartner van verschillende ministeries van cultuur en sprak een paar
keer met Chávez. „De zeer charismatische Chavez ontving me
allerhartelijkst, in die zin werkte zijn politieke magie. Maar vanwege zijn
rare internationale politiek hield ik altijd afstand”, blikt Duijsens
terug.
Wereldmuziek
Naast zijn onderzoeksproject verzorgde hij ook muziekproducties voor het in
Leiden gevestigde PAN Records. Een gespecialiseerd etnomusicologisch label. Het
etnische geluid van Afro-Amerikaanse en Indiaanse volken en van regionale
subculturen legde hij vast in dertig producties die wereldwijd zijn
uitgebracht. Zowel op cd als op dvd. Van Japan tot Noorwegen wordt deze muziek
beluisterd.
Mettertijd werd hij steeds vaker benaderd door zeer populaire muzikanten. Voor
Merusa Records volgden daar ook enkele producties uit. „Maar”,
lacht hij wat zuinigjes, „toen ik voorstelde om een wereldmuziekfestival
in het dorp te organiseren, vroeg de wethouder: Wat is dat,
wereldmuziek?” Een vraag die boekdelen spreekt. En waarin wellicht ook
een reden ligt van zijn momenteel baanloze bestaan. Want Duijsens zit thuis.
„De afgedwongen crisis in de cultuursector maakt het momenteel erg lastig
om mensen warm te maken voor culturele projecten.” Het kleine
wereldmuziekfestival Onder de Stuwwal vindt dit jaar dan ook geen doorgang.
Contact
Baanloos betekent echter niet werkeloos. Duijsens heeft genoeg te doen en af te
ronden. Zoals het schrijven van een boek over zijn ervaringen uit de tijd dat
hij in Venezuela verbleef. Duijsens: „Dit non-fictieverhaal bevat ook de
magisch-realistische elementen die worden toegedicht aan de Latijns-Amerikaanse
cultuur.” Naast schrijven werkt hij aan een documentaire over ‘de
illusie van Cuba’. „Specifiek”, licht hij toe, „over de
illusie die westerlingen, maar ook Latijns-Amerikanen, van het land
koesteren.” Zijn opnamen zijn volgens kenners van hoge kwaliteit en
bevatten unieke beelden. „Nu nog een producent vinden voor het uitgeven
van deze documentaire of een omroep die deze wil uitzenden.”
|
|
Een van de diablos danzantes, de dansende duivels, die met Corpus Christi het
gevecht met Christus aangaan. Gemaakt in Venezuela.
foto: Bart Duijsens
|
Naast deze activiteiten voldoet hij tevens aan de eisen die het CWI stelt.
Duijsens: „Iets te voortvarend blijkbaar. Tijdens het eerste gesprek
sprak ik met een dame over de mogelijkheid om zzp’er te worden. Tijdens
het tweede gesprek, een maand later, toonde ik haar mijn bedrijfsplan, de
visitekaartjes die ik had laten drukken, vertelde haar over de contacten die ik
had gelegd, de informatie die ik bij de Kamer van Koophandel had ingewonnen en
dat ik bezig was met de organisatie van een festival. Dat ging haar veel te
snel en ze dreigde met een boete! Bovendien, zo zei ze, is muziek toch niet
serieus te nemen?”
Hij lacht: „Muziek begeleidt ons van de wieg tot
het graf. De muziekbranche is een miljoenenindustrie, elke dag dwepen
dj’s en fans met de nieuwste sterren aan het firmament. En dan hebben we
het enkel over de beleving van muziek in de Westerse wereld, waar muziek eerder
oppervlakkig geconsumeerd wordt. Daar is niets mis mee, maar voor andere volken
is muziek haast een sacraal iets. Een middel dat hen in contact brengt met hun
voorvaderen en goden. Een taal die het bewustzijn verruimt en de grenzen van
tijd en ruimte overstijgt. Hoe kun je dat niet serieus nemen?”, vraagt de
antropoloog zich af.
De Stichting Fundación Interchange ontwaakt momenteel uit een diepe
slaap. Hoewel het roerige tijden zijn, proeft Duijsens dat er interesse,
misschien zelfs behoefte, bestaat aan kennis over inheemse volken, over lokale
tradities in een globaliserende wereld. „De crisis in de cultuursector
legt bloot wat schaars en uniek is. Dit leidt onherroepelijk tot herwaardering
van het authentieke. De nieuwsgierigheid daarnaar wordt wellicht getemperd door
het ongunstige culturele klimaat, maar verdwijnt nooit.”•