[ vooraf ]
---
Sponsormisbruik
---
[ verder ]
---
|Column|
Dik Hout

---
Nijmeegse Zaken
---
Kort en bondig
---
[ Braams blik ]
---
Henk Braam kijkt naar Nijmegen
---
[ cartoon ]
---
Klant is koning in café's
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Eddie en Alex van Halen
en hun Nijmeegse wortels <
Editie: februari 2011

---
Artikel:
Onbederf'lijk Versus voetbal
Editie: november 2004

---
Artikel:
Het Stadskrantstatendebat Editie: februari 2011

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---

--==‘Met kleine dingen iets groters vangen’==--
Stadsdichter Jaap Robben zoekt de eenvoud

Jaap Robben schrijft gedichten en korte verhalen, maakt theater en is per september 2008 voor twee jaar stadsdichter van Nijmegen. Hij heeft drie bundels op zijn naam staan, won diverse prijzen en treedt vaak op tijdens festivals, in theaters, cafés en boekwinkels. „Gedichten moeten prikkelen.”

door Waldemar Krijgsman

„Mijn ultieme gedicht moet nog komen”, zegt Jaap Robben (24). Intussen is hij goed bezig. Het bevalt hem prima om heen en weer te pendelen tussen de kunstvormen die hij beoefent. Hij zou niet voor de ene of de andere willen kiezen. „Ik vind schrijven en optreden allebei fijn om te doen. Het hangt af van het onderwerp waar het zich het beste toe leent. Sommige dingen werken beter op papier, andere op het podium.” Robben – gebreide sjaal, donkere krullen – is derdejaars aan de Konings-theaterakademie in Den Bosch. Hij wil doorgaan met schrijven en theater maken. „Schrijven heeft een prettig soort rust in zich. Dan kan ik in mijn eentje heel lang nadenken over een komma of punt. Het levert een eindresultaat op dat niet meer verandert. Het leuke van theater is dat je direct contact hebt met mensen. Je stuk verandert steeds weer, er is geen vaststaand eindresultaat.”

Ontstaat bij Robben het dichten uit frustratie om iets vast te houden door het te benoemen? „Niet zozeer uit frustratie, eerder uit een behoefte. Ik vind het prettig om gevoelens en dingen die je hebt meegemaakt te bewaren. Ik ben wat melancholiek, raak niet graag dingen kwijt.” Illustratief is het gedicht ‘Bakjes geur’ hierboven.


Jaap Robben is stadsdichter voor iedereen.
foto: Henk Braam


Robben wil graag dat mensen vrolijk worden van zijn werk. In een speelse, lichtvoetige stijl en met verrassende invalshoeken geeft hij de werkelijkheid een eigen draai. „Moeilijk schrijven ligt me minder, ik ben niet zo van de zware, hoogdravende literatuur. Het is mooi om zo simpel en precies mogelijk te schrijven. Met kleine dingen iets groters vangen, dat is mijn doel.” Voor een specifiek lezerspubliek van kinderen of volwassenen schrijft hij niet. „Iedereen moet het kunnen begrijpen. Dat lijkt me ook de bedoeling als je stadsdichter bent.”


Moppenboek


Sinds september is Robben stadsdichter van Nijmegen. „Ik ben daarvoor gevraagd door literair festival De Wintertuin, dat handelt in opdracht van de gemeente. Hoe dat precies in de achterkamertjes is bekokstoofd, weet ik niet, maar het kwam op mijn pad en ik vind het een bijzondere eer. Het is een kans om je meer thuis te voelen in de stad, deze beter te leren kennen en je eigen licht over dingen te laten schijnen. Voor de bekendheid doe ik het niet, dan zou ik wat anders hebben gedaan. In twee jaar moet ik twaalf gedichten schrijven en ik mag zelf de onderwerpen kiezen. Dat was mijn enige eis.” Zijn eerste gedicht ging over het bombardement op Nijmegen. Op stapel staan nog gedichten over de Vrede van Nijmegen van 1678 en voor de nieuwe bibliotheek in Lindenholt.

Voor zijn taak als stadsdichter trekt Robben er flink op uit. „Ik wil de stad meer beleven, niet alleen op plekken komen waar ik toch al kwam, maar ook aan de randen van de stad. Nijmegen is een wijkenstad met allerlei centrumpjes. In samenwerking met grafisch vormgevers laat ik mensen de gedichten op verrassende wijze tegenkomen.” Behalve dat zijn gedichten worden vereeuwigd op de plek waarover ze gaan, verschijnen ze in De Gelderlander en op de website van de gemeente.

Opvallend aan het werk van Robben is een grote variëteit aan alledaagse onderwerpen die hij diepgang geeft. „Mijn poëzie is niet zozeer politiek betrokken, maar ik word wel veel geraakt en geďnspireerd door wat mensen overkomt, zoals een dementerende oma.” In zijn vorm kiest hij een middenweg tussen onderhoudend en kunst met een hoofdletter K. „Gedichten mogen gerust amuseren, maar ze moeten wel onderliggende lagen hebben die mensen prikkelen of inspireren. Ik wil geen rijmpjes maken. Maar kunst met een grote K klinkt weer zo zwaar. Ik hoop dat wat ik schrijf ergens over gaat. Het moet iets geëngageerds hebben, anders krijg je ongevaarlijke gedichten. Dan lees je het een keer en heb je een moppenboek. Er moet iets uit spreken.” •



BAKJES GEUR

De oranje zomeravond ruikt
naar afgekoelde zomerdag.
Met een hersluitbaar bakje van de Chinees
vang ik haar laatste restjes geur.


‘KLIEKJE’ schrijf ik erop
met een watervaste stift.


Bewaar het in mijn vriesvak
bij de verzameling
geuren van dagen
overheerst door geluk.




Uit: ‘De nacht krekelt’
(De Geus, 2007)

 

Webmaster: Joris Teepe