[ vooraf ]
---
Van A naar Beroerd
---
Wakker worden
---
[ Braams blik ]
---
Henk Braam kijkt naar Nijmegen
---
[ Cartoon ]
---
shoppen bij de partijwinkel
---
[ verder ]
---
|Column|
Dik Hout

---
Nijmeegse Zaken
---
Kort en bondig
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Nijmegen woongroepstad van Nederland
Editie: juni 2004

---
Artikel:
Eddie en Alex van Halen
en hun Nijmeegse wortels <
Editie: februari 2011

---
Artikel:
Onbederf'lijk Versus voetbal
Editie: november 2004

---
Artikel:
Het Stadskrantstatendebat Editie: februari 2011

---

--== Met staal mooie dingen maken ==--

Het vakmanschap van een avonturier

Bedenk iets van staal en Nijmegenaar Ivo Felix maakt het. Een vakman die de kunst verstaat een gevraagd ontwerp functioneel en artistiek vorm te geven. Voortgekomen uit de kraakbeweging draait zijn eenmansbedrijf Staal in Stijl inmiddels twintig jaar mee op een steeds hoger niveau.

door Waldemar Krijgsman
 

     
Honderduit vertelt Ivo Felix (53), donker vest, donkere krullen, als hij een rondleiding geeft door zijn ruime, overzichtelijke werkplaats. De vakman is zichtbaar in zijn element. Hij praat met plezier over alles wat hij maakt van staal. En dat is heel wat: de garderobe voor de Amsterdamse stadsschouwburg. Verlichte trapleuningen voor dezelfde schouwburg en voor bioscoop Cinerama te Rotterdam. Akoestische panelen die in disco The Matrixx galm wegnemen. Keukens. Tafels. Lichtobjecten.

Wie denkt met iemand met een technische achtergrond te maken te hebben, vergist zich. De ‘man van staal’, zoals hij zich op zijn website noemt, heeft zichzelf alles geleerd. Zijn studie aan de universiteit bracht hem met het kandidaats Nederlands dat hij op zak had, geen baan in het onderwijs.

Met een uitkering kon Felix enkele jaren rondkijken wat hem lag. Voor Doornroosje verzorgde hij theaterworkshops en programmeerde hij theatervoorstellingen. Tijdens zijn roerige studiejaren werd hij actief bij De Botte Bijl, een gereedschapsuitleenpunt gerund door krakers. Wat nu zijn werkplaats is in de Van den Havestraat, was vroeger een kraakpand dat als onderkomen diende voor De Botte Bijl. „Maar we hadden na twee jaar al een overeenkomst met de eigenaar, die wilde ervan af.”

„Via-via rolde ik de kraakbeweging in. Het was de tijd van de bezetting van het Erasmusgebouw en de beruchte Piersonrellen. Met telefoonlijsten mobiliseerden we studenten om naar ‘de Pierson’ te gaan. Veel krakers kwamen uit de studentenwereld. Er was woningnood. De kraakbeweging had in de Van den Havestraat woonruimte en bovendien een sportzaal, een galerie, ateliers en videoproductiebedrijfjes. Het gereedschapsuitleenpunt en de werkplaats voor vier man werd rond 1988 mijn werkplaats.”

Onberispelijk

„Ik ben ook schipper geweest, voer schoolgezelschappen over de Waddenzee. Dat was een heel ander milieu. De krakers legden de schuld voor een misstand vaak bij een ander. Bij de schippers was het aanpakken, dat sprak me meer aan.” Via De Botte Bijl ontwikkelde hij zijn vaardigheden in het werken met staal. Aanvankelijk met Ed Nijssen als ontwerpstudio Steelo, later solo toen zijn compagnon keramist werd.

„Heeft iemand een probleem bij het werken met staal, dan los ik het op”, vervolgt Felix gedreven. „Je moet altijd doen waar je goed in bent. Wat een ander beter kan, moet die ander doen. Ik creëer grotendeels zelf mijn eigen werk. Daarbij moet ik alert, vindingrijk en flexibel zijn. Als er geen werk is, heb ik niet opgelet. Je moet scherp blijven. Sommige zelfstandigen werken voor slechts één aannemer, valt die weg dan zijn ze werkloos.”

Zijn uitgebreide groep opdrachtgevers bouwde Felix via-via op. „Met sommige architecten en binnenhuisarchitecten werk ik al langer dan tien jaar samen. Ik kan met ze lezen en schrijven. Ik hoef nooit reclame te maken.”

Ziet hij zichzelf als ambachtsman of als kunstenaar? „Ik voel me niet een kunstenaar zoals een schilder. Kunstenaars zijn onafhankelijker van opdrachtgevers. Wat ik doe, is meer het toepassen van technieken. Dat, gecombineerd met mijn vakmanschap, maakt dat ik niet snel uit het veld geslagen ben als iets niet lukt. Ik geef functionaliteit op een goede manier vorm.”

„Wat ik nog wil maken? Mooie dingen. Het moet kwalitatief goed zijn, onberispelijk, er strak uitzien. Ik kan niet leven met onnodige fouten, die vind ik vervelend.”

     
Wat Felix naar eigen zeggen onderscheidt van anderen, is dat hij in direct overleg met de architecten precies maakt wat ze willen, zonder tussenkomst van anderen. „Veel van mijn wat grotere vakgenoten willen dat overleg niet. Ze willen weten wat iets kost, de tijd inschatten en geen risico’s nemen. Er gaat weleens iets mis als het kantoor moet bedenken wat de werkvloer doet. Bij mij niet.” •

www.staalinstijl.nl

 

Webmaster: Joris Teepe