[ vooraf ]
---
Zondagsritje
---
De Montage
---
[ verder ]
---
|Column|
Intrigant

---
Nijmeegse Zaken
---
[ cartoon ]
---
Onbekende plekjes op de campus
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Dziga helpt beginnende filmer op weg
Editie: maart 2005

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Torre en Roos
nog lang niet uitgespeeld

Editie: juli 2013
---
Artikel:
Stalkende politie

Editie: juli 2013
---


--==Nijmeegse betrokkenheid bij Balkan==--
Sprookjesfiguur als voorbeeld voor samenwerking

“Met het uitleveren van oorlogsmisdadigers zijn Kroatië, Servië-Montenegro en Bosnië-Herzegovina niet in een keer klaar om toe te treden tot de EU.” Dit stelt Erik Nijsten, voorzitter van de Nijmeegse stichting Kosjenka. Hij vindt dat de EU meer aandacht moet hebben voor de economische situatie in voormalig Joegoslavië. Die is nog verre van ideaal. Met kleinschalige projecten probeert Kosjenka daar ter plekke wat aan te doen.

door Arnout Drent

In 2002 richtte Erik Nijsten, sociaal-wetenschappelijk milieukundige, met twee afgestudeerde antropologen de stichting Kosjenka op. Met hun kennis en ervaringen die ze in Kroatië opdeden, ondersteunen de drie Nijmege-naren lokale initiatieven in het voormalige Joegoslavië. Zo willen ze een steentje bijdragen aan de vooruitgang en het economisch herstel van deze landen. In hun afstudeeronderzoeken richtten ze zich met name op de economische wederopbouw, het duurzaam toerisme en de situatie van oorlogsveteranen. Daarbij zagen zij dat lokale initiatieven tot wederopbouw ernstige problemen ondervonden. Geldtekort en een gebrekkige organisatie vormden grote struikelblokken. Kosjenka probeert deze situatie door fondsenwerving, uitwisseling van kennis, en actieve deelname belangrijk te verbeteren.
De naam Kosjenka verwijst naar de hoofdpersoon in een sprookje, waarin twee ruziënde dorpen uiteindelijk leren samenwerken. “Het is een utopie om het sprookje na te streven. Maar het is een mooi verhaal. We willen politiek beladen termen als ‘Balkan’ en ‘Europa’ vermijden. Kosjenka vinden we vooral een leuk klinkende naam”, legt voorzitter Nijsten uit. “Het is niet de bedoeling dat Kosjenka zomaar projecten verzint. Er moet wel behoefte aan zijn. Wij steunen ook niet met financiële middelen, maar met kennis. Het liefst ter plekke en nauw betrokken bij de bevolking.”

Vanuit Nijmegen beheert de stichting een website waarop ook een on-linearchief over de belangrijkste ontwikkelingen in voormalig Joegoslavië is te vinden. Daarnaast verzorgt zij op verzoek lezingen. Maar het belangrijkste werk wordt in de regio zelf gedaan. Het project ‘Duurzaam Toerisme in Oost-Slavonië en Baranja’ is daarvan een concreet voorbeeld. Er werd een lokaal netwerk opgezet en de gastronomische, culturele en natuurlijke bijzonderheden van het gebied werden in kaart gebracht. Daarnaast organiseerde de stichting diverse workshops over lokale samenwerking en duurzaam toerisme, en excursies voor schoolkinderen.
Een ander project, waarvoor Kosjenka de samenwerking aanging met een lokale organisatie in Kroatië, was een internationaal vrijwilligerskamp. “Samen zorgden we voor de dagelijkse leiding en voor professionele begeleiding van de werkzaamheden in het kamp”, licht Nijsten toe. “Hein, onze penningmeester, is tevens meubelmaker. Hij kon de deelnemers helpen met het maken van tafels en stoelen.”

Vluchtelingen

Het bevorderen van duurzaam toerisme in Noordoost-Kroatië is een ander speerpunt van de stichting. “Op dit moment zoeken we uit of het mogelijk is om in samenwerking met een Nederlandse reisorganisatie reizen naar deze regio aan te bieden.” Nijsten benadrukt dat het niet alleen kommer en kwel is in de landen die voorheen Joegoslavië vormden. “Het is er veel beter dan tien jaar geleden. De regeringen zijn minder nationalistisch en er vindt meer samenwerking plaats. De oude nationalistische partij die vorig jaar in Kroatië werd herkozen, is nu gematigder in haar ideologie. Ook Servië kent minder nationalisme in de politiek sinds Milosevic weg is. Door het veranderde politieke klimaat zijn de betrekkingen nu genormaliseerd.”
Voor Kroatië, Servië-Montenegro en Bosnië-Herzegovina geldt de eis dat zij volledig moeten samenwerken met het Joegoslavië Tribunaal voor de uitlevering van oorlogsmisdadigers om te kunnen toetreden tot de Europese Unie (EU). “Deze voorwaarde is door de regeringsleiders van de EU opgelegd”, aldus Nijsten. “Het Tribunaal geeft alleen een oordeel over de mate van samenwerking en is dus niet bepalend of een van deze landen klaar is voor de start van de onderhandelingen om toe te treden.”

Erik Nijsten: “We steunen de bevolking in voormalig Joegoslavië het liefst ter plekke.”
Foto’s: Jan Lintsen

De enorm ingewikkelde vluchtelingenproblematiek is volgens Nijsten een minstens zo belangrijk probleem als het uitleveren van oorlogsmisdadigers. “In de afgelopen tien jaar is dit nauwelijks verbeterd. De Europese politiek doet deze problematiek te gemakkelijk af. Zij denkt dat wanneer de oorlogsmisdadigers zijn uitgeleverd veel problemen vanzelf oplossen, waaronder de kwestie van de vluchtelingen. Voor veel van deze mensen geldt dat terugkeer echter geen economische toekomst biedt.” De duizenden vluchtelingen keren in de praktijk niet terug, omdat hun huizen inmiddels zijn bezet. Rechtszaken om hun woningen terug te krijgen, kosten veel tijd en geld. Bovendien ziet hun toekomst er nauwelijks rooskleuriger uit wanneer ze hun huizen terug hebben, vanwege de hoge werkloosheid.
De voormalig Joegoslavische landen zien in hun toetreding tot de EU het voordeel van een vrijemarkteconomie. Nijsten: “Een begin maken met de onderhandelingen tot toetreding kan een stabiliserende werking hebben. Bij de tien landen die in 2004 toetraden, wierp de aanvaarding van de EU-wetten en -regels al voor de daadwerkelijke toetreding haar vruchten af. Minderheden, onder wie de zigeuners, zijn daar nu wettelijk beschermd.”

Toekomst

Desondanks is er volgens Nijsten nog vaak sprake van corruptie en vriendjespolitiek. Hij vindt dat de EU kritisch moet blijven kijken naar de economische situatie van deze landen. Die is met name in Bosnië-Herzegovina vrij slecht met een hoge werkloosheid. Het is daarom de vraag of dat land de economische concurrentie binnen de EU aankan.

De positieve houding over toetreding staat onder druk, stelt Nijsten. Voor Kroatië komt dit door het uitstel van de onderhandelingen. De EU meent dat Kroatië generaal Ante Gotovina niet wil uitleveren. Kroatië zelf zegt hem niet te kunnen vinden. Gotovina wordt verantwoordelijk gehouden voor de moord op 150 Servische burgers. Veel Kroaten zijn er niet gelukkig mee dat de toekomst van hun toetreding nu afhangt van één uit te leveren oorlogsmisdadiger.

Inhakend op de in juni opgedoken videobeelden van oorlogsmisdaden in Srebrenica, besluit Nijsten: “Na jarenlange propaganda zetten mensen in Servië eindelijk de nodige vraagtekens bij de rol en de oorlogsmisdaden van de Serviërs tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina. Maar ook al zitten de van oorlogsmisdaden verdachte personen op korte termijn allemaal in Den Haag, er moet nog veel gebeuren voordat de daadwerkelijke toetreding plaatsvindt.

 

Webmaster: Joris Teepe