[ vooraf ]
---
Verborgen schatten van Nijmegen
---
Nijmeegse Troost

---
[ verder ]
---
|Column|
Intrigant

---
Nijmeegse Zaken
---
Kort en bondig
---
[ cartoon ]
---
Introductie in het kort
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Het Stadskrantstatendebat Editie: februari 2011

---
Artikel:
Onbederf'lijk Versus voetbal
Editie: november 2004

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Behoefte aan het oorspronkelijke
verdwijnt nooit
Editie: juli 2013

---

--==Internationalisering hoger onderwijs vol knelpunten==--
Procedurele problemen schrikken niet-Europese studenten af

Ingewikkelde toelatingsprocedures, dure visa en lange wachttijden voor verblijfsvergunningen. Voor buitenlandse studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER), blijkt het veelal een helse tocht een studieplek in het hoger onderwijs in Nederland te bemachtigen. „In totaal heb ik ruim een jaar moeten wachten op mijn visum”, zegt Thomas Buijmon uit India, theologiestudent aan de Radboud Universiteit (RU).

door Tim Houwen

In de donkere woonkamer in de parochie aan de professor Molkenboerstraat, waar al jaren internationale studenten worden gehuisvest, vertelt Thomas Buijmon over zijn bureaucratische helletocht in India. Om in Nijmegen theologie te mogen studeren, moest Buijmon een geldig geboortecertificaat overleggen. Geen geboortecertificaat betekent geen visum. In India gebeurde geboorteregistratie decennialang op vrijwillige basis. Omdat de ouders van Buijmon hun zoon bij de geboorte niet hadden laten registreren bij de lokale autoriteiten, moest Buijmon dit certificaat aanvragen bij de Indiase rechtbank.

Dit alles duurde enkele maanden, omdat de lokale politie moest verifiëren of de gegevens daadwerkelijk klopten. Daarmee kwam het einde nog niet in zicht, want de Nederlandse ambassade in Mumbai stuurde eigen ‘detectives’ op pad voor een zogenaamde double check. „Na ruim een jaar kwam er gelukkig een einde aan de juridische hordes die ik moest nemen en had ik mijn visum te pakken”, aldus Buijmon.

De Tanzaniaanse student Clement Fumbo, huisgenoot van Buijmon, kwam er iets gemakkelijker van af. Twee jaar geleden kwam hij naar Nijmegen om het Engelstalige programma aan de faculteit theologie van de RU te volgen. In eerste instantie had hij nauwelijks problemen. „De universiteit regelde gelukkig alle papieren die ik nodig had en het aanvragen van een visum was nauwelijks een probleem. Wel heb ik zes maanden moeten wachten op mijn verblijfsvergunning, omdat er fouten in mijn identiteitskaart vermeld stonden.”

Afschrikken

Beide studenten moeten zien rond te komen van een studiebeurs van nog geen vijfhonderd euro per maand. Omdat het leven in Nederland relatief duur is, zouden ze graag naast hun studie met een bijbaantje willen bijverdienen, maar het is een bijna onmogelijke opgave een werkvergunning te krijgen. Voor studenten die geen studiebeurs ontvangen zoals Fumbo of Buijmon is het daarom bijna ondoenlijk om in Nederland te kunnen studeren.

De vele procedurele obstakels die Fumbo en Buijmon tegenkwamen, staan niet op zichzelf. Enige tijd geleden luidden de Vereniging van Universiteiten (VSNU), het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studenten Vakbond (Lsvb) in de Volkskrant de noodklok. Het strenge immigratiebeleid zou buitenlandse studenten en onderzoekers afschrikken en Nederland een slecht imago bezorgen.

Hoofd van de centrale studentenadministratie van de RU Mai Zeijlstra deelt deze mening vooralsnog niet. „Tot op heden merken we niet dat er sprake is van een daling van het aantal niet-Europese studenten . We bieden goed Engelstalig onderwijs aan buitenlandse studenten aan en iemand die hier wil studeren, heeft daar heus wel wat voor over”. De Radboud Universiteit stelt in haar jaarverslag uit 2005 dat het aantal uitwisselingsstudenten licht gedaald is, maar rept met geen woord over het aantal reguliere internationale studenten. Zeijlstra vertelt waarom: „Gegevens over deze laatste categorie zijn niet altijd even betrouwbaar, omdat sommige studenten deels al een opleiding in Nederland hebben gevolgd”.

Een andere reden is dat studenten met bijvoorbeeld de Iraanse of Afghaanse nationaliteit die al jaren in Nederland wonen, nog steeds als niet-Europese studenten in de computer staan. Niettemin moeten de vele inspanningen van de onderwijsinstellingen, de overheid, Nuffic en andere internationale organisaties die al jaren lang hard werken aan het aantrekken van meer internationale studenten resulteren in een stijging van het aantal internationale studenten, en zeker niet in een status quo of zelfs een daling. Nederland lijkt vooral moeite te hebben met het aantrekken van studenten en onderzoekers van buiten de Europese Economische Ruimte waartoe alle EU-landen plus IJsland, Liechtenstein en Noorwegen behoren. Dit blijkt uit het rapport over knelpunten in de internationalisering van onderwijs van het ISO.

Het ISO stelt in zijn onderzoeksrapport ‘Knelpunten van internationalisering in het hoger onderwijs’ dat bovengenoemde procedurele problemen buitenlandse studenten ervan weerhouden naar Nederland te komen. Voormalig staatssecretaris van Onderwijs Rutte stuurde in 2004 een internationaliseringsbrief aan de Tweede Kamer waarin hij aankondigde de internationale concurrentiepositie van het hoger onderwijs te vergroten. Daar moet in de komende jaren dan ook nog hard aan worden gewerkt.

Nederland moet het aspect van toelatingsprocedures snel verbeteren om te kunnen blijven concurreren op de internationale markt. Er zijn plannen voor een nieuw migratiebeleid, maar het nieuwe systeem is pas op zijn vroegst in 2008 operationeel. Het is nu echter nog niet duidelijk of in het nieuwe systeem de toelatingsprocedures simpeler en sneller zullen worden.

 

Webmaster: Joris Teepe