vooraf
---
Splinter verdeelt Plein 1944
---
Een brug te veel
---
Terreinwagens verbod
---
De Montage
---
recensies
---
Batavi,Batavieren en Bataven
---
De Compagnie: heet, maar gezellig
---
Onbederf'lijk Versus voetbal
---
verder
---
Column
[Intrigant]

---
Nijmeegse Zaken
---
cartoon
---
Chipknip
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Dziga helpt beginnende filmer op weg
Editie: maart 2005

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Torre en Roos
nog lang niet uitgespeeld

Editie: juli 2013
---
Artikel:
Het muZIEum opent gesloten ogen <
Editie: juli 2013

---


--==Asatrjan kan geen kant meer op==--
“Zonder Frans ben ik dood”

De 63-jarige Gagik Asatrjan uit Armenië heeft misschien nog maar een half jaar te leven. Zijn lever functioneert nauwelijks meer en hij valt per maand ongeveer zes kilo af. Toch vindt de Nederlandse staat dat er van acute nood geen sprake is. Een uitweg ziet hij niet meer, want ook in Armenië heeft hij geen toekomst vanwege de Azerbeidzjaanse afkomst van zijn vrouw.

door Argé Nieuwenhuijzen

Het gesprek met Asatrjan vindt plaats bij Stichting Gast. Uit noodzaak: de kamer waar hij nu woont, is gewoonweg te klein om met zijn vieren een gesprek te voeren. Behalve Asatrjan zijn Frans Houtbeckers van Stichting Gast en een tolk aanwezig. De Armeniër verblijft nu in een kleine kamer bij een aantal hoogbejaarde franciscanen in het klooster aan de Vermeerstraat.

Deze broeders kunnen zijn verzorging nauwelijks meer aan. Ze zijn te oud en de ziekte van Asatrjan is te ernstig. De problemen die begonnen bij de lever, breiden zich nu uit naar de andere ingewanden. Met als gevolg dat vocht zich ophoopt in zijn buik, hetgeen chronische pijn en hevige pijnaanvallen veroorzaakt. Geregeld is die pijn onhoudbaar en moet hij naar een huisarts of het ziekenhuis. Daar wordt de ergste nood gelenigd en overtollig vocht afgetapt. Eten gaat nauwelijks meer, alleen soep wordt niet direct uitgebraakt.

Asatrjan is afkomstig uit het Armeense dorpje Dwin. Omdat hij als christelijke Armeniër getrouwd was met een Azerbeidzjaanse moslimvrouw waren hij en zijn gezin geregeld het slachtoffer van pesterijen door dorpsgenoten. In 1981 werd zijn zoon vermoord, nota bene op Asatrjans verjaardag. In 1993 vluchtte hij met zijn vrouw en overgebleven dochter naar Rusland. Daar werkte hij vijf jaar totdat zijn leverziekte de kop opstak. Een operatie bleek onbetaalbaar. Bovendien worden de daar wonende inwoners van de Kaukasische republieken zwaar gediscrimineerd en door de Russen beledigend omschreven als negers.

Vier jaar geleden vluchtte Asatrjan uit Rusland met zijn dochter naar Nederland. Omdat hij geen paspoort heeft, weigert de IND een vergunning tot verblijf om medische redenen. De Armeense ambassade geeft geen paspoort omdat hij geen officiële papieren heeft. Daarvoor moet hij terug naar Armenië, om vandaaruit een procedure op te starten. Een onmogelijke opgave. Zijn dochter raakte na een jaar uitgeprocedeerd en werd op straat gezet. Zij zwierf twee jaar rond in Nederland en keerde vervolgens zonder paspoort terug naar Armenië. Zij woont daar nu met haar twee kinderen en nog eens acht mensen in een tweekamerwoning. Illegaal in eigen land. Ze hoopt op enige hulp van Stichting Gast. Tijdens de weinige telefonische contacten waarschuwt ze haar vader vooral niet terug te keren omdat de situatie in Armenië een hel is vergeleken bij haar vaders situatie hier. Pratend over zijn dochter, kan Asatrjan de situatie niet meer aan en draait zich even om.

Gagik Asatrjans leven wordt onmogelijk gemaakt door de IND.
foto: Ton Gelsing

--==Verpleeghuis==--
Omdat hij nauwelijks Nederlands spreekt, komt hij ook niet in aanmerking voor een levertransplantatie. Donorlevers zijn zeldzaam en omdat er zoveel complicaties bij een transplantatie kunnen komen, moet de ontvanger van het donororgaan goed met artsen en verplegend personeel kunnen praten.

Voor de paters waar hij nu woont, is de situatie onhoudbaar. De gemiddelde leeftijd van de geestelijken is tachtig jaar en het wordt hoe langer hoe moeilijker om midden in de nacht hulp aan Asatrjan te bieden tijdens de vele pijn-aanvallen. Houtbeckers vertelt dat de paters niets kwalijk genomen kan worden: “Zij zijn tenslotte niet verantwoordelijk voor deze situatie.”

Houtbeckers denkt dat de enige oplossing voor Asatrjan opvang in een beschermde woonomgeving of opname in een verpleeghuis is. Of dat gebeurt hangt van Justitie af. Daarvoor moet opnieuw een procedure worden opgestart om via Artikel 64, opvang uit acute nood, opvang voor Asatrjan te krijgen. De eerste keer werd die geweigerd maar de situatie is nu dermate verslechterd dat er deze keer hoop is op acceptatie. Bovendien heeft professor H. Jansen van het Radboud een brief naar Justitie gestuurd waarin hij aandacht vraagt voor deze situatie.

Ook stuurde Jansen een brief naar lever- en darmspecialisten in Rotter-dam. Daar moet nog steeds antwoord op komen. De afgelopen twee maanden daalde Asatrjans gewicht van 82 naar 70 kilo. “Als dat zo doorgaat, heeft Gagik geen vijf maanden meer te leven”, merkt Houtbeckers op. Asatrjan is wanhopig. “Ik heb hier geen verblijfsvergunning en dus ook geen identiteit. Zonder Frans ben ik dood. Maar die kan niet alles doen. Ik schaam me ervoor hem constant om hulp te moeten vragen, maar ik kan verder geen kant meer op.”

 

Webmaster: Joris Teepe