Nijmegen likt haar wonden. De hele stad gaat de komende jaren op de schop.
Moeder Natuur blijft hierbij niet gespaard. Vooral de boom moet eraan geloven.
Op sommige plaatsen resten slechts stronken, op andere plaatsen krijgt een
nieuwe generatie de kans. De Nijmeegse Stadskrant geeft een overzicht in beeld.
Sommige bomen hoefden alleen maar naar de kapper. Onder de noemer
‘snoeien’ kregen de slachtoffers een kaalgeschoren kop. Voorbeelden
hiervan zijn zichtbaar in Dukenburg en aan de Koninginnelaan.
De Hatertseweg bleek geen goede leefomgeving voor de platanen die er stonden.
Ze werden gekapt en vervangen door jongelingen. Even verderop gaat het er
hardhandiger aan toe. Bij de kruising tussen Grootstalselaan en Hatertseweg
zijn tientallen bomen neergehaald voor ingrijpende veranderingen aan het
stratenplan.
De eens zo idyllische Van Schaeck Mathonsingel verloor al zijn groene reuzen
aan de nieuwe parkeergarage. Ondanks protesten werd de kap eind 2010 ingezet,
maar de gemeente belooft 112 lindebomen terug te plaatsen als de laatste steen
van de parkeergarage is gelegd.
Aan de Van Apelterenweg sneuvelden 150 wilgen naar aanleiding van overlast
veroorzaakt door de spinselmot. Deze overrompelde nagenoeg alle bomen aan de
lange straat, waarop de gemeente besloot ze te verwijderen. Honingboompjes en
moeraseiken staan er nu voor in de plaats.
Voor een herstructurering van de Houtlaan neemt de gemeente momenteel
fietspaden, riolering en het groen onder handen. De eerste stap was de kap van
een rij bomen aan één van beide zijden van de weg.
De meest drastische bomenkap vindt buiten de stad plaats. De zaag leefde zich
onder meer uit in de uitgestrekte bossen ten zuiden van Nijmegen en in de
Hatertse en Overasseltse Vennen. Deze gebieden verdienen extra aandacht.
Klik op een plaatje om te vergroten.
Net ten zuiden van Dukenburg staan de Hatertse en Overasseltse Vennen op het
punt om op te drogen. Om dit tegen te gaan, wordt 85 hectare aan bomen gekapt
door Het Waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland. Het veengebied
moet zo zijn verloren pracht terugkrijgen en de opmars der
‘hondenuitlaatbossen’ stoppen.
Waarom?
Het ven en het bos vechten aan de rand van Nijmegen een strijd om het water
uit. De slurpende (naald)bomen zuigen het water en masse op en zorgen voor
uitdroging en uiteindelijk vernietiging van het ven. Reden voor instanties als
Waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland om het ven een handje te
helpen: de bomen moeten tegen de vlakte. Volgens deze instanties zorgt het
behoud van het ven daarbij voor een betere wandelervaring van het nu al
populaire gebied. Zo komt bijvoorbeeld de heide beter tot zijn recht. Daarbij
neemt volgens de voorstanders het aantal diersoorten toe. Voor de omwonenden is
er door de vernatting risico op wateroverlast. De instanties hebben hier al
rekening mee gehouden en een budget van ongeveer zes miljoen euro vrijgemaakt.
Naast het kappen van bomen is er zo geld genoeg beschikbaar voor het eventueel
uitkopen van boeren.
|
|
Maar waarom laat men de natuur de natuur niet en krijgen de vennen de voorkeur?
In het Gebiedsplan Hatertsche en Overasseltsche Vennen uit februari 2010 staat
opgenomen dat „de karakteristieke natuur van natte heide en vennen sterk
in oppervlakte en kwaliteit is afgenomen”. Maar is deze pittoreske
voorstelling wel zo karakteristiek? Hub Zwart, hoogleraar natuurfilosofie aan
de Radboud Universiteit, bestrijdt dit in de Gelderlander van 2 juni 2010. Hij
stelt dat de eerste geschreven bronnen over deze streek, uit de Romeinse tijd,
juist spreken van indrukwekkende eikenwouden. Heide is een resultaat van
ontbossing door mensen. Het gebiedsplan bevestigt dit beeld en kijkt alleen
naar de ontwikkelingen van het gebied sinds de negentiende eeuw.
Resultaat?
Bij de start van het project in maart 2010 was de gemeente Wijchen, die
ongeveer de helft van het natuurgebied beheert, nog huiverig voor de bomenkap.
Ze wil het liever uitsmeren over dertig jaar. De provincie gaat hier niet mee
akkoord omdat ze dan de subsidie van de rijksoverheid misloopt. Deze is
namelijk toegekend op voorwaarde dat de bomen in 2014 moeten zijn gekapt. De
Gebiedscommissie voor het Vennengebied was eind maart voor het laatst bijeen.
Ze bevestigt deze rücksichtslosheid en meldt: „De boskap wordt naar
verwachting doorgeschoven naar 2012, waardoor er nauwelijks sprake is van een
evaluatieperiode”. Het resultaat is een omvorming die snel moet gebeuren.
Daardoor kan er tussentijds geen goed beeld ontstaan van de gevolgen van de
bomenkap. Het gevolg van deze blitzkrieg tegen bomen is een verhoogde
geluidsoverlast van de A73 voor omwonenden. Ook is het nog maar de vraag of het
gebied aantrekkelijker wordt voor recreanten. De keus lijkt vooral te bestaan
uit enerzijds een gecreëerde ‘natuur’ van een vennengebied met
een biodiversiteit van heidebewoners, of een meer natuurlijk ontstaan, bebost
gebied met de daarbij behorende dieren. De provincie Gelderland heeft gekozen
voor het eerste ten koste van de bomen.
Klik op een plaatje om te vergroten.
(TO)
Heiderijk
Waar?
Van de 3.000 hectare bos tussen Nijmegen en Mook ging vorig jaar 83 hectare aan
bomen tegen de vlakte. Tegenover het zweefvliegveld van Malden en pal langs het
oude spoorlijntje richting Kleef liggen nu slechts de resten van gekapte bomen,
verspreid over een kale vlakte.
Waarom?
In het project, genaamd ‘Heiderijk’, werken tal van instanties
samen. Het ministerie van Landbouw gaf samen met de provincies Gelderland en
Limburg opdracht tot de omvorming van het bos. De gemeente Nijmegen voerde het
project vervolgens uit samen met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en ProRail.
Volgens de initiatiefnemers moet Heumensoord en omgeving een gevarieerd
natuurgebied zijn. De bomenkap zorgt voor open plekken in het bos, waardoor de
zon zijn licht langer kan laten schijnen. De achterliggende gedachte is dat de
biodiversiteit hierdoor toeneemt. Dus meer variatie in plantensoorten, bloemen
en dieren.
Project Heiderijk hanteert een doelstelling van tien procent heide in het hele
bosgebied. Heide is de natuurlijke leefomgeving van enkele zeldzame
diersoorten, waaronder de zadelsprinkhaan en de gladde slang.
„Het project is opgezet ter ondersteuning van kwetsbare soorten door het
ontwikkelen en herstellen van leefgebieden, open heideterreinen met
geleidelijke overgangen naar opgaand bos”, verklaart projectleider Leon
Ruesen. „Stukken heide in een bosrijk gebied zorgen voor verbindingszones
en vergroten de afwisseling. Daardoor verbetert het leefgebied van een groot
aantal planten en dieren”.
Resultaat?
De bomen die nu zijn neergehaald behoorden tot de eerste slachtoffers.
Inmiddels is de kap stopgezet. In oktober 2010 kondigde de gemeente aan dat in
2015 wordt bekeken of de kap voortzetting vindt.
De gemeente gaf aan de flora en fauna in het gebied de komende jaren op de voet
te volgen. Op basis van de ontwikkelingen op de nieuwe heide nemen de
betrokkenen vervolgens nieuwe beslissingen. Eerste metingen wijzen uit dat de
biodiversiteit boven verwachting toeneemt.
Daar kan de actiegroep Red het Bos helemaal niets mee. „Wij zijn tegen de
hele doelstelling van het project”, zegt Margriet Timmermans. „De
bestaande natuur wordt omgevormd tot een soort park. Instanties spreken ook van
cultuurlandschap. Wat heeft dat met natuur te maken?”
Timmermans vreest dat het idee is ontstaan om de betrokken organisaties
draaiende te houden. „Het is vreemd dat beesten in bescherming genomen
worden die hier van nature helemaal niet voorkomen. Op die manier probeer je
natuur te creëren die hier niet thuishoort.”
De 83 hectare brengt samen met het bestaande heidegebied bij de Mookerschans en
de Mookerheide het totaal op 200 hectare. Dat is al tweederde van het beoogde
doel. Vooralsnog is het onduidelijk of ook die laatste honderd hectare aan
bomen sneuvelt. •
(RS)
Klik op een plaatje om te vergroten.
(RS)