[ vooraf ]
---
de Montage
---
[ recensies ]
---
|Hap|
Belg schept het beste ijs van Nijmegen

---
|Lees|
Pluizenbollen langs de dijk

---
[ verder ]
---
|Column|
Intrigant

---
Nijmeegse Zaken
---
Kort en Bondig
---
[ cartoon ]
---
Ter Horst niet 1 april, maar 1 januari al weg
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Dziga helpt beginnende filmer op weg
Editie: maart 2005

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Torre en Roos
nog lang niet uitgespeeld

Editie: juli 2013
---
Artikel:
Stalkende politie

Editie: juli 2013
---


 
Nederlands Sociaal Forum: een andere wereld is mogelijk

Eind mei vond in Nijmegen het tweede Nederlands Sociaal Forum (NSF) plaats. Onder de leus ‘Een andere wereld is mogelijk’ volgden duizenden bezoekers gedurende drie dagen meer dan 150 workshops en tientallen seminars met meer dan 300 binnen- en buitenlandse sprekers. Reden voor De Nijmeegse Stadskrant om haar blik te verruimen tot over de gemeentegrenzen met een verslag van vier bijeenkomsten waar internationale kwesties aan de orde kwamen.



 
Robert Fisk: ons begrip van het Midden-Oosten is infantiel

Robert Fisk is al dertig jaar buitenlandcorrespondent in het Midden-Oosten voor diverse Britse media. Momenteel schrijft hij voor The Independent. „Journalistieke integriteit is niet langer relevant in het Midden-Oosten, journalisten moeten compassie tonen met de slachtoffers”, zo kondigt het NSF zijn lezing aan.
door Mike Donkers


„Wij journalisten hebben jullie in de steek gelaten”. Met deze boude stelling valt veteraan Fisk meteen met de deur in huis. Hij haalt de berichtgeving in de westerse media uit 1920 aan, toen de Britten het Ottomaanse Rijk binnenvielen en het Midden-Oosten ‘bevrijdden’ van de Turken. Meerdere keren benadrukt hij dat door de eeuwen heen grootmachten het excuus van ‘bevrijding’ hanteerden voor militair ingrijpen in het Midden-Oosten. De Amerikanen noemden hun invasie van Irak in 2003 Operation Iraqi Liberation, dat zich onthullend laat afkorten als OIL. Later noemden ze het Operation Iraqi Freedom. Deze ‘bevrijding’ heeft al naar schatting een kwart miljoen levens gekost. Net als de Amerikanen nu hadden de Engelsen in 1920 te maken met verzet van de bevolking. Er werd beweerd dat er ‘buitenlandse strijders’ vanuit Syrië Irak binnenkwamen en dat het land afstevende op een burgeroorlog. Klinkt allemaal bekend, voor wie de verslaggeving van nu bekijkt.

Fisk constateert dat er een propagandaoffensief voor een nieuwe invasie gaande is in de westerse media. Iran heeft recentelijk succesvol uranium verrijkt, maar gebruikt dat uitsluitend voor het opwekken van kernenergie. Daartoe is Iran als ondertekenaar van het nonproliferatieverdrag ook verplicht. Israël heeft dat verdrag nooit ondertekend. Pakistan, een andere nucleaire macht in de regio, ook niet. Maar beide landen zijn bondgenoten in de War on Terror, die volgens Bush misschien wel nooit meer ophoudt.




 
11 September: een neoconservatief plan?

‘Onbeantwoorde vragen. Op zoek naar de waarheid achter 9/11’, zo heette de workshop van Arjen Kamphuis. Hij heeft een eigen IT-bedrijfje en in zijn vrije tijd doet hij onderzoek naar de aanslagen van 11 september. Volgens zijn bevindingen zitten er gaten in het officiële verhaal achter de tragische gebeurtenissen van 2001.
door Mike Donkers


Arjen Kamphuis is aangenaam verrast als hij ziet dat het lokaal uitpuilt van de belangstellenden, onder wie veel schoolgaande jeugd. „Ik was al blij geweest met tien mensen,” begint hij zijn inleiding.

Alleen omdat olie en gas in dollars worden afgerekend, is Amerika volgens Kamphuis nog een wereldmacht. Alle landen zijn afhankelijk van energie en leggen daarom dollarreserves aan om ook in slechte tijden in hun energiebehoefte te kunnen voorzien. De grootste reserves bevinden zich bij Aziatische banken. Er zitten meer dollars in Chinese en Japanse banken dan in Amerikaanse. Voor de oorlogen in Irak en Afghanistan, die tien miljard dollar per maand kosten, moeten de Amerikanen lenen van China en Japan. De Verenigde Staten heeft haar economie eenzijdig gebaseerd op defensie en olie, en er is geen weg meer terug. Dit betekent dat de Amerikaanse economie een kaartenhuis is dat wel in elkaar moet zakken. De dollar is de afgelopen jaren 40 procent in waarde gedaald en wordt nu kunstmatig overeind gehouden door de hoge olieprijzen en het bijdrukken van dollars door de Amerikaanse federale bank.

In 2000 besloot Saddam Hoessein zijn olie in euro’s te verhandelen als een politiek statement naar de Amerikanen en andere OPEC-landen. Op dat moment was de euro 0,80 dollar waard en verloor Hoessein geld, maar toen in 2002 de euro officieel in omloop kwam schoot deze omhoog naar 1,20 dollar. Een jaar later vielen de Amerikanen binnen. Iran heeft recentelijk een vergunning afgegeven voor een internationale oliebeurs die in juli van start gaat. Irans olie wordt dan uitsluitend in euro’s verkocht. Na Saoedi-Arabië en Irak is Iran de grootste olieproducent in het Midden-Oosten. Om hun economie en wereldheerschappij veilig te stellen, gaan de Amerikanen onherroepelijk Iran binnenvallen, brengt Kamphuis naar voren.

Al deze plannen staan beschreven in het document Rebuilding America’s Defenses van september 2000, dat is opgesteld door de neoconservatieve denktank Project for a New American Century (PNAC). Daarin beschrijft het PNAC hoe de nieuwe eeuw een Amerikaanse eeuw moet worden door eenzijdige oorlogsvoering in het Midden-Oosten om zo de olie- en gasreserves van het gebied in te pikken. In het document wordt erkend dat deze extreme plannen moeilijk zijn te verkopen aan het publiek, tenzij er een „catastrofale en katalyserende gebeurtenis, zoals een nieuwe Pearl Harbor” plaatsvindt. Een jaar later krijgen ze die, op 11 september 2001. De ondertekenaars van het document? Onder anderen Jeb Bush, de broer van president Bush, en de haviken van het Witte Huis Dick Cheney en Donald Rumsfeld.

Kamphuis schiet vervolgens op de gaten in het officiële verhaal achter de aanslagen van 11 september. Hoe kon een bebaarde man vanuit een grot in Afghanistan het complete Amerikaanse luchtafweersysteem stilleggen? Een biljartbal geworpen vanaf een van de Twin Towers is binnen tien seconden beneden. De WTC-torens stortten binnen tienseconden in een verticale lijn naar beneden. Dat is de snelheid van vrije val en wetenschappelijk onmogelijk. Weinig mensen weten dat om halfzes die dag een derde wolkenkrabber, WTC 7, op dezelfde manier instortte. Dit gebouw was niet door een vliegtuig geraakt en had een andere structuur en ontwerp. De gebouwen moeten dus door middel van een gecontroleerde explosie naar beneden zijn gebracht. Kamphuis moedigt iedereen aan hem niet op zijn woord te geloven maar vooral zelf onderzoek te doen. Kamphuis komt op twee theorieën uit. Volgens de ene benadering wist de regering Bush ervan en liet het gebeuren. De andere gaat ervan uit dat Bush er zelf achter zit om zo de plannen, zoals bedacht door het PNAC, te realiseren. Kamphuis denkt het laatste. Hij wil een landelijke waarheidsbeweging op gang brengen en denkt dat het klimaat hiervoor rijp is. Gezien de hoge opkomst voor zijn lezing kan hij wel eens gelijk hebben.


Voor meer informatie: www.onderzoek911.nl




 
Bij wereldvrede hoort een dorpspomp


Tijdens het Nederlands Sociaal Forum bleek er veel enthousiasme te zijn om daar op plaatselijk niveau een vervolg aan te geven. Op 13 juni werd de aanzet gegeven voor een sociaal forum in Nijmegen onder het motto ‘Bij wereldvrede hoort een dorpspomp’ (vrij naar Loesje). Mensen die actief zijn of willen worden, kwamen in De Grote Broek bij elkaar voor een brainstormsessie over hoe in Nijmegen initiatieven elkaar kunnen ondersteunen door uitwisseling en ontmoeting. Het Nijmeegs Sociaal Forum hoopt een platform te worden dat mensen bij elkaar brengt voor het uitwisselen van ervaringen, maken van plannen en ondernemen van acties die een andere wereld mogelijk maken. Op 13 juli is de volgende bijeenkomst en geďnteresseerden zijn hierbij welkom. Voor meer informatie zie: nijmeegssociaalforum.blogspot.com




 
Fog of War: een oude vos vergoelijkt zijn streken

De documentaire Fog of War uit 2003 probeert de carričre en de daaruit geleerde lessen van Robert Strange McNamara te schetsen. McNamara is vooral bekend als minister van defensie onder de Amerikaanse presidenten Kennedy en Johnson, en daarmee onlosmakelijk verbonden met de oorlog in Vietnam.
door Mike Donkers


De manier waarop McNamara praat, doet denken aan Donald Rumsfeld, nu al twee kabinetsperiodes lang minister van defensie onder Bush. Rumsfeld is een ogenschijnlijk vriendelijke man, maar net als bij McNamara kleeft er bloed aan zijn handen, veel bloed. Rumsfeld is verantwoordelijk voor Amerika’s nieuwe Vietnam, de oorlog in Irak.

Op andere momenten doet McNamara denken aan Colin Powell, de ‘goede soldaat’ die het My Laischandaal van 1968 in de doofpot probeerde te stoppen, toen Amerikaanse soldaten een compleet dorp van 347 onschuldige Vietnamese burgers bruut afslachtten. Met deze houding schopte Powell het tot generaal en bracht hij het uiteindelijk tot minister van buitenlandse zaken onder Bush. Dat hij een presentatie vol leugens over Saddam Hoesseins niet bestaande massavernietigingswapens tegenover de Verenigde Naties moest houden om een invasie te rechtvaardigen, leek hem niet te deren.

Robert McNamara krijgt in deze documentaire een vrijbrief om zijn geweten te sussen. Als oude knar van 86 komt hij vriendelijk en gevoelig over en geregeld staan de tranen in zijn ogen. Met de jaren is hij misschien milder geworden, maar ten tijde van de Tweede Wereldoorlog zorgden zijn statistische analyses van bombardementen van Japanse steden er wel voor dat ze nog efficiënter werden. Zoals het bombardement op Tokio, waarbij in een nacht maar liefst 100.000 burgers de dood vonden. McNamara merkt op dat als de Amerikanen de oorlog hadden verloren, hij en generaal LeMay waren berecht als oorlogsmisdadigers.

Het lijkt alsof McNamara de hand in eigen boezem steekt, maar de milde grijsaard van nu was een arrogante havik ten tijde van de Cubaanse raketcrisis in 1962 en de oorlog in Vietnam. In de documentaire wil hij gedeeltelijk met de eer strijken voor het afwenden van de raketcrisis die een kernoorlog met Rusland voorkwam en het plan om alle Amerikaanse troepen uiterlijk in 1965 terug te trekken uit Vietnam. Deze eer komt echter geheel toe aan John F. Kennedy en diens broer Robert.

McNamara was juist van de harde lijn. Onder Kennedy’s opvolger Johnson wordt die lijn zeer duidelijk als er in plaats van soldaten terug te trekken juist 175.000 soldaten meer naar Vietnam worden gestuurd. Aanleiding daarvoor vormde het incident in de Golf van Tonkin in 1964 waar het Amerikaanse oorlogsschip de Maddox zou zijn aangevallen met torpedo’s door Noord-Vietnam. Dit bleek een regelrechte leugen waar McNamara wel degelijk van op de hoogte was, ook al beweert hij verkeerd te zijn ingelicht. De oorlogsverklaring die hierop volgde, gaf Johnson onvoorwaardelijke en eenzijdige oorlogsbevoegdheden.

Na het kabinet-Johnson werd McNamara hoofd van de Wereldbank, wat hij tot 1981 is gebleven. De documentaire vermeldt dat hij zich sindsdien bezighoudt met het oplossen van vraagstukken als armoede, wereldgezondheid en economische ontwikkeling. Het is overduidelijk dat documentairemaker Errol Morris hem overal mee weg laat komen. Anders had hij geweten dat het juist de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds zijn die met wurgende leningen landen die rijk zijn aan grondstoffen als olie, gas, goud, diamanten en mineralen, systematisch in economische slavernij houden.

Morris lijkt aan het slot een kritische vraag te stellenals hij McNamara vraagt of hij zich verantwoordelijk voeltvoor de oorlog in Vietnam. McNamara weigert zich daaroveruit te spreken en blijft liever hangen in zijn eigenfog of war door het hele proces als oneindig complex te beschouwen. Het enige complex waar McNamara echter in is blijven hangen, is het militair-industriële complex. Eisenhower waarschuwde bij zijn aftreden in een televisietoespraak al voor de gevaren van deze machtige groep oorlogszuchtige zakenmensen. John en Robert Kennedy waren de laatsten die deze groep probeerden tegen te houden en betaalden daarvoor met hun leven.

De keuze van het NSF om deze documentaire van drie jaar geleden te vertonen waarin een voormalige Amerikaanse regeringsmedewerker de gelegenheid krijgt boter op zijn hoofd te smeren, is daarom ongelukkig. De organisatie had er beter aan gedaan de documentaire Why We Fight van Eugene Jarecki uit 2005 te laten zien. Hierin wordt de macht van het militair-industriële complex, waar ook Robert Strange McNamara deel van uitmaakt, aan de kaak gesteld.


Fog Of War is online te zien via video.google.com.


Kennedy en McNamara stonden vaak lijnrecht tegenover elkaar.




 
Buro Jansen & Janssen: wetten bestrijden geen oorzaken

Buro Jansen & Janssen doet onafhankelijk onderzoek naar inlichtingendiensten en politie in Nederland en Europa. Samen met de vorig jaar vermoorde Louis Sévčke stelden ze een aantal zwartboeken op over de BVD en AIVD. Hun workshop gaat over hoe de antiterrorismewetgeving mensen- en burgerrechten uitholt.
door Mike Donkers en Max van Wel


Buro Jansen & Janssen zijn Rick Timmerman en Wil van der Schans. Om beurten geven de onderzoekers een verhandeling over de bevoegdheden van de AIVD en politie die fiks zijn uitgebreid door de nieuwe antiterrorismewetgeving. Wil van der Schans laat met een opsomming zien dat terrorisme een kapstok is waaraan allerlei maatregelen worden opgehangen die voor 11 september 2001 ondenkbaar waren. Zo kunnen inlichtingendiensten in een nieuw aan te nemen wet processen nog sterker beďnvloeden door selectief informatie te leveren aan de rechter. Advocaten die de verdediging voeren, mogen niet bij het getuigen van de AIVD zijn waardoor het ze onmogelijk wordt gemaakt de zo aangeleverde bewijzen te controleren of te ontlasten. Daarnaast kan iemand die van terrorisme wordt verdacht een voorarrest krijgen van twee jaar zonder inzage te krijgen in zijn dossier. Hierdoor is er geen fatsoenlijke verdediging mogelijk voor onschuldigen die in de cel belanden. Andere wetgeving biedt de politie ruimere bevoegdheden. Al bij slechts een vage aanwijzing van terrorisme mag de politie ieders telefoon- en internetverkeer aftappen. Dat gebeurt inmiddels op grote schaal: in geen land ter wereld tapt de politie zoveel telefoons af als in Nederland. En zelfs zonder dat er sprake is van een verdenking kan justitie sinds 1 januari bij bedrijven alle persoonlijke gegevens opvragen van klanten. Deze informatie kan de politie eindeloos bewaren in een zogeheten themaregister, zonder dat de burger dat krijgt te horen.

Onder het mom van terrorismebestrijding zijn tal van wetten in gang gezet die juist de vrijheid en privacy aantasten, stellen Jansen & Janssen. „Na 11 september is zwaar ingezet op wetgeving om terrorisme te bestrijden, in plaats van te kijken naar de voedingsbodem. Maar ja, de dialoog aangaan wordt gezien als een vergoelijking”, aldus Van der Schans. Wat de juridische aanpak problematisch maakt, is dat die zich richt op het verhinderen van mogelijk terrorisme. Maar hoe herken je een toekomstig terrorist? Het is volstrekt onduidelijk waar je dat op moet baseren. Van der Schans: „Het begrip terrorisme wordt nu steeds meer opgerekt. Bijvoorbeeld door de intentie strafbaar te maken, zonder dat iemand iets gedaan heeft.” Volgens die steeds enger wordende benadering hadden mensen die in de jaren tachtig met solidariteitsgroepen de bevrijdingsbewegingen in bijvoorbeeld Zuid-Amerika of Vietnam steunden nu wellicht onder de terrorismewetgeving gevallen.

Bovendien blijkt uit de zwartboeken die Jansen & Janssen samen met Louis Sévčke maakten dat veiligheidsdiensten militante groeperingen proberen aan te zetten tot geweld door ze bijvoorbeeld via een omweg wapens te leveren. Ook de media krijgen een veeg uit de pan. „De Hofstadgroep klinkt kinky,” zegt Timmerman. Aanhoudingen verschijnen vaak spectaculair in de pers. Hierdoor ontstaat een angstbeeld van een terroristische dreiging. Volgens Timmerman zijn er in Nederland inmiddels zo’n honderdvijftig arrestaties verricht op grond van terrorismebestrijding. „Maar de gronden waarop dat gebeurde, waren allemaal vrij onschuldig en de meesten zijn daarna vrijgesproken”. Daarmee ontstaat wel een ander benauwd beeld: met de antiterrorismewetgeving kan onderhand iedereen in Nederland willekeurig worden vastgezet.

Volgens Van der Schans is het toch vooral de politiek die compleet los gaat met de nieuwe wetgeving en uitbreiding van opsporingsbevoegdheden. Daarbij verwijt hij dat links het debat hierover niet durft aan te gaan, uit angst de schuld te krijgen als er daadwerkelijk een flinke aanslag plaatsvindt.


Meer informatie: www.burojansen.nl

 

Webmaster: Joris Teepe