[ vooraf ]
---
Exit Airport Niederrhein
---
De Montage
---
[ recensies ]
---
|Museum|
Vrijende bijen en verliefde konijnen

---
|Uitgaan|
Diogenes laat het hoofd niet hangen

2 reacties
---
[ verder ]
---
|Column|
Intrigant

---
Nijmeegse Zaken
---
[ cartoon ]
---
Het Mark Retera Ensemble
1 reacties
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Dziga helpt beginnende filmer op weg
Editie: maart 2005

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Torre en Roos
nog lang niet uitgespeeld

Editie: juli 2013
---
Artikel:
Stalkende politie

Editie: juli 2013
---


--==Reďntegratiebureau Alexander Calder==--
“Een schop onder hun kont is soms nodig”

Mensen in beweging krijgen. Dat is het flitsende motto van het commerciële reďntegratiebureau Alexander Calder, want “onze cliënten kunnen hun omstandigheden alleen zelf veranderen.” De klachten vanuit de politiek en de werklozenbonden vinden ze bij Alexander Calder onterecht.

door Job van der Meer

De bovenste verdieping van het bedrijvencomplex aan de Groenestraat oogt als een internetcafé. Op de grijze vloerbedekking staan vier tafels met tweeëntwintig computers. Op twee andere tafels liggen tijdschriften en kranten slordig door elkaar. “Voor de vacatures”, glimlacht Jeroen Ariëns, consulent bij het commerciële reďntegratiebureau Alexander Calder. De grote vriendelijke man staat met zijn handen in zijn zij. “Sommigen hebben een schop onder hun kont nodig. Zij blijven te lang bij de tafel hangen, krantje lezen. De meeste gaan zelf aan de slag.” De gemeente verwijst werklozen naar Alexander Calder, waar nu driehonderd trajecten lopen. Binnen twee jaar moeten zij weer een betaalde baan hebben.

In de kille kantoorruimte heerst bedrijvigheid. Terwijl buiten de sneeuw dwarrelt, vertelt Ariëns over zijn klanten. “Slechts zes van mijn tien cliënten zijn vandaag hier. Het weer doet ook wat.” Collega Joost Kolkman loopt als een manager rond in de ruimte. Hij is een stuk kleiner dan Ariëns, en net zo alert. Kolkman ziet geen problemen, maar uitdagingen. Zijn groep van tien is pas sinds kort werkloos en moet via de zogeheten sprintbemiddeling bin-nen vier maanden weer aan het werk zijn. De een typt of denkt na, de ander kletst even of haalt koffie. Op de beeldschermen verschijnt naast banensites ook met enige regelmaat marktplaats.nl.

Slechts 42 procent van de begeleide werklozen vindt weer een baan.
foto: foto: Ton Gelsing

Venezolaan Douglas woont al tien jaar in Nederland. Hij is journalist, criminoloog en studeerde in Nederland systeembeheer. Werkloos geworden door het faillissement van zijn werkgever, stelt hij hier zijn sollicitatiebrieven op. Hij komt net van de koffieautomaat en kijkt vrolijk vanonder zijn alpinopet. “Wat ik hier doe, kan ik thuis net zo goed”, grapt hij. Aan de andere kant van de tafel klinkt: “Kijk nu eens of deze vacature realistisch voor je is.” Het is Kolkman. Hij zit naast een cliënt. Ariëns fluistert een beetje. Hij is het niet met de werkzoekende Douglas eens. “Mensen hebben een slecht beeld van ons. Ze denken de vacatures thuis te kunnen vinden, maar dat is echt niet zo.”

De klachten over commerciële reďntegratiebureaus zijn niet van de lucht. Consulenten komen hun afspraken niet na, de bureaus voldoen niet aan stageplekken en werkzoekenden die niet inschikkelijk genoeg zijn, worden al snel gekort op hun uitkering. Werklozenbonden willen dat de trajecten controleerbaar worden omdat de bureaus luisteren naar de vraag van de markt maar niet naar die van de klant. Ze verdienen bovendien al geld aan het oproepen voor een intakegesprek.

Gepusht

“Klachten zijn er altijd”, mompelt Rob van Kampen, vestigingsmanager van Alexander Calder Nijmegen. Hij kijkt even naar beneden en zet dan zijn bril op. Met heldere stem vervolgt hij: “Voor iemand die stil gaat zitten, niet om hulp vraagt en achteraf klaagt dat hij niet geholpen is, kan dat kloppen. Maar mijn consulenten lopen voortdurend rond en bieden hulp.” Hij verklaart verder: “Cliënten stellen soms heel hoge eisen aan een baan, terwijl ze helemaal geen werkervaring hebben. Bovendien is het voor consulenten zwaar om met een nieuwe groep van zestien mensen te starten. Dan krijgt iemand die eerste dag niet alle aandacht.”

foto: foto: Ton Gelsing
Voor Van Kampen is het wel duidelijk. “Bij Alexander Calder worden mensen voortdurend gepusht. Als ze niet echt willen, dan blijkt dat meteen. Ze stoppen en gaan klagen, want dat is de makkelijkste manier om zelf niet verantwoordelijk te zijn voor het mislukken van je traject.” Van Kampen licht toe dat alles gebeurt volgens het principe no cure less pay. “Als een traject niet lukt, kost ons dat geld. Wij korten bovendien niet op een uitkering. Als iemand er met de pet naar gooit, melden we dat bij de sociale dienst. Die beslist over een sanctie.”

Krent

Ariëns heeft naast Douglas nog negenenveertig andere baanlozen onder zijn hoede. Hij is veel met ze op pad langs werkgevers. “Ongeveer een op de drie mensen wil niet.” Er komt een spottend lichtje in zijn ogen. “Dat zijn de mensen die er nu niet zijn.” Volgens het landelijk gemiddelde vindt 42 procent van de klanten een baan, de overige 58 procent stopt vroegtijdig of komt na het doorlopen van een traject weer in de bijstand terecht.

In een aparte ruimte geeft Kolkman ondertussen een sollicitatietraining. Hij heeft de sprintgroep bij elkaar gezet omdat David, die goed voor de dag wil komen op een sollicitatiegesprek, wil oefenen. Kolkman roert in zijn koffie en maakt daarna aantekeningen. Hij laat de deelnemers op elkaar reageren. Na een half uurtje sluit hij af met een confronterend advies. “Blijf in ontwikkeling, doe een cursus of vrijwilligerswerk en ga niet op je krent zitten. Als ze moeten kiezen tussen een actieveling en iemand die al drie jaar op zijn krent zit, dan is de keuze snel gemaakt.”

 

Webmaster: Joris Teepe