In het hart van Nijmegen zit Vlaamse cultuur. Het Vlaams Cultureel Kwartier
verbindt Nederland en Vlaanderen en organiseert diverse activiteiten.
André Dumont en Rini Leunissen, twee vrijwilligers, vertellen over de
werkzaamheden van de stichting.
Het Vlaams Arsenaal is een begrip in Nijmegen. De toevallige passant loopt
tegelijkertijd onder de vloer van het Vlaams Cultureel Kwartier (VCK). Deze
Nijmeegse stichting beheert de bovenverdieping van het gebouw.
In de zaal is het rustig op de maandagmorgen. Relatieve rust, volgens Dumont en
Leunissen. Iedere maand barst het van de activiteiten.
|
|
Johan Museeuw spreekt openhartig over zijn verleden.
foto: Jan Lintsen
|
Het VCK organiseert onder andere activiteiten op het gebied van literatuur,
filosofie en dans. Verschillende werkgroepen zorgen voor een divers programma.
Volgens Dumont hebben „alle activiteiten een breed karakter en staan open
voor een gevarieerd publiek.” Als je goed zoekt, vind je in Nijmegen
Vlaamse invloeden. Dumont vertelt dat het Kronenburgerpark en het Hunnerpark
door Vlaamse architecten zijn ontworpen. Bert Vanheste, oprichter van het VCK,
schreef hier zelfs een boek over. Vanhestes oorspronkelijke uitgangspunt is
volgens Dumont wat naar de achtergrond verschoven: „Wij zien onszelf niet
als propagandisten van Vlaanderen.” Tegenwoordig bevordert het VCK de
culturele samenwerking tussen Nijmegen, Nederland en Vlaanderen.
Nederland en Vlaanderen vallen binnen hetzelfde taalgebied. Tegelijkertijd
verschilt onze geschiedenis enorm van de Vlaamse. Dumont vertelt dat de Eerste
Wereldoorlog in Vlaanderen nog altijd een grotere rol speelt dan de Tweede. Het
VCK organiseerde in 2008 een reeks lezingen over dit onderwerp, als enige
organisatie in Gelderland.
Koers
Op een andere avond staat de Vlaamse dichter Paul van Ostaijen centraal.
„We hebben in Nederland geen Paul van Ostaijen gehad”, vertelt
Leunissen. Zijn werk wordt nog altijd gezien als zeer vernieuwend.
Tegelijkertijd noemt Leunissen dichters een vergeten groep: „Paul van
Ostaijen, wie kent hem nog?” Om antwoord te geven op de vraag ‘wie
was dat ook alweer?’ organiseert het VCK iedere maand een
poëziemiddag. Hierdoor kan een nieuw publiek kennismaken met poëzie.
Naast lezingen over poëzie is filosofische verdieping mogelijk. Binnenkort
start hierover een reeks programma’s. Het filmproject ‘Denkbeelden&r
squo; wordt in samenwerking met LUX en de Radboud Universiteit vertoond.
Literatuur, filosofie en poëzie zijn zware thema’s. Ter afwisseling
wordt er gedanst. Iedere maand kun je meedoen met balfolk, een combinatie van
verschillende volksdansen. Balfolk is vooral populair onder studenten.
„Op een balfolk-avond komen zelfs studenten uit Groningen
hiernaartoe”, aldus Leunissen. De dansvorm waaide over uit Vlaanderen en
wint hier aan populariteit. De zaal is dan ook geregeld uitverkocht.
In de maand april is het koers. De voorjaarsklassiekers vinden weer plaats.
Daags na de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Amstel Gold Race
bespreken kenners de klassiekers. De avonden zijn een samengaan van sport en
literatuur.
Een dag na Parijs-Roubaix zit de zaal stampvol. Aan de afgetrainde gezichten is
te zien dat er veel wielerliefhebbers in de zaal zitten. Oud-renner Johan
Museeuw, dichter Willie Verhegghe en journalist Jeroen Wielaert bespreken de
verrassende winnaar Johan Vansummeren. Vansummeren won nog nooit een grote
wedstrijd. De kasseienklassieker is misschien wel de belangrijkste van het
jaar. De winnaar vroeg dan ook direct na afloop zijn vriendin ten huwelijk.
Museeuw en Verhegghe zijn duidelijk op hun gemak. Museeuw vertelt over zijn
carrière en privéleven. Een intieme sfeer hangt in de lucht, de
dichter ontroert de aanwezigen door voor te dragen uit zijn werk. Het werd nog
een late avond. •
Op www.vcknijmegen.nl
is het programma voor de komende periode te bekijken.
|
Verhegghe schreef het gedicht ‘Kasseien’:
Elke kassei een schok, een steen
op de maag, een naald in dij en kuit.
Renners vloeken, spuwen vlokken schuim
en tuimelen dan als patrijzen met hoofd
en hersens op de hobbelige helleweg.
Die als een omgevallen klaagmuur zucht.
Hun kop staat scheef, beven doen ze
als staat de dood voor hen.
Tanden knarsen, breken tot gruis
dat zich als wit poeder met het bloed
der huiverende helden mengt.
Kasseien: bloedloze keizers van terreur
en harde stenen stilte.
(Fragment uit Tourmalet: 4; ‘Kasseien’)
|
|