[ vooraf ]
---
De Montage

---
[ recensies ]
---
De Stadskrant Verse Patattest
---
Tuesday Night Live
---
In gevecht met een luipaard in Namibië
---
[ verder ]
---
|Column|
Intrigant

---
Nijmeegse Zaken
---
[ cartoon ]
---
Nijmeegse archeologen misleid
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Een brug te veel
Editie: november 2004

---
Artikel:
Het Stadskrantstatendebat Editie: februari 2011

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Behoefte aan het oorspronkelijke
verdwijnt nooit
Editie: juli 2013

---

--==Koffie met ‘n kuukske==--
Het buurtgevoel van Jan Linders

„Eigenlijk heeft de tijd hier stilgestaan,” zegt Hennie Linders. Terwijl kleine buurtwinkels die van generatie op generatie overgingen nagenoeg allemaal opgeslokt zijn door grote ketens, lukt het hem nog steeds om de winkel van zijn vader in het Waterkwartier draaiende te houden. Wat is zijn geheim?

door Mike Donkers

De winkel op de hoek Weurtseweg-Kanaalstraat kun je niet missen. Van de buitenkant valt meteen de opvallende NEC-promotie op. Op de vraag hoe lang de winkel op die plek nu al bestaat, antwoordt Hennie Linders (zelf 45 jaar): „38 jeur.” „En jij moar denke da’k 25 bin”, grapt hij in onvervalst Nijmeegs. Het mag duidelijk zijn dat de familie Linders en haar winkel, in de woorden van Hennie, „zo Nijmeegs als de St.-Stevenstoren” zijn. De voorraadkamer waar het interview plaatsvindt, is helemaal volgestouwd met pro-NEC- en anti-Arnhemspullen. Zo hangt er een zwart T-shirt met de opdruk ‘1000% anti-Vitesse’, dat hij zelf ontwierp en liet maken. Hij trakteert tweemaal op „koffie met ’n kuukske” en zit vol met al dan niet zelfbedachte slogans als ‘Nijmegen leeft, Arnhem beeft’ en ‘ik rem niet voor Arnhemmers’ die hij op mutsen en stickers laat drukken. Zijn vader, dé Jan Linders, schuift even later aan. Zeker weten doet de 72-jarige Linders het niet, maar hij schat dat zíjn vader zo’n 85 jaar geleden startte met de winkel. Ze kwamen uit „de onderstad” en begonnen in de Steenstraat. Daarna verhuisden ze naar de Bottelstraat om zich in maart 1967 te vestigen op de huidige locatie. De buurtwinkel van Linders moet overigens niet verward worden met de supermarktketen onder dezelfde naam. De twee naamgenoten kenden elkaar vroeger wel. Tijdens de oorlog zat de familie Linders met haar winkel in de Bottelstraat. Hoe hebben ze toen zakelijk het hoofd boven water gehouden? Jan Linders: „Ach, toen had iedereen niks. Als iemand een fles melk niet kon betalen, dan zei ik, hier, neem maar mee.” Het blijkt een formule te zijn die nog steeds werkt. Volgens Hennie zijn ze „één met de klanten”. Hennie bezorgt nog steeds zelf boodschappen naar klanten die erom vragen. „Eigenlijk kan dat niet meer in deze tijd,” zegt hij en geeft aan dat er veel tijd en kosten mee gemoeid is. Als hij toch bij de mensen thuis is, repareert hij meteen een kapotte kachel of geeft hij een kerststol weg aan klanten die „geen piek te makken hebben.” Die blijven vervolgens bij hem winkelen, ondanks dat zijn artikelen duurder zijn dan in de supermarkt. De Linders’ zijn nooit vergeten waar ze vandaan komen. „Vroeger had je alle klanten nodig om rond te komen.”
Buurtwinkel Jan Linders, een stukje Nijmeegse folklore in het Waterkwartier.
foto: Jan Lintsen

Riefkuukskes

De winkel draait dus grotendeels op goodwill en ouderwetse klantenbinding. Daarnaast worden de kosten gedrukt doordat de Linders beschikken over een eigen pand, kamers verhuren aan studenten en werken met „eigen mensen”, zoals Hennies vrouw. Andere troeven zijn zelfgemaakte erwtensoep „volgens grootmoeders recept”, gebraden gehakt en eiersalade („geen mayonaise met een verdwaald ei”). En natuurlijk riefkuukskes. Het bord aan de buitenkant adverteert luidkeels deze rösti-achtige bijna vergeten Nijmeegse lekkernij. Hennie heeft er schik van als mensen nog niet weten wat riefkuukskes zijn. Hennie legt het maar al te graag uit, dus wie het wil weten, moet zeker langsgaan. De ‘NEC-factor’ heeft Hennie een jaar of tien geleden toegevoegd aan de succesformule. De anti-Arnhemhouding die Hennie en andere rasechte Nijmegenaren eropna houden, moet volgens hem vooral met een knipoog gezien worden. Hij grapt er graag over. „Over de Waal deugt niet,” zegt hij over de Waalsprong. Met een leverancier uit Lent doet hij vaak of hij ruzie heeft door hem ervan te beschuldigen dat hij aan de „Arnhemse kant” van de brug woont. Hennie denkt zelf nog zo’n 20 jaar door te kunnen gaan. Zijn 16-jarige zoon wilde in eerste instantie niets liever dan de zaak overnemen na zijn studie, maar Hennie heeft hem dat uit het hoofd gepraat. Met zijn VWO-opleiding kan hij volgens Hennie „iets veel beters krijgen”. Als zijn zoon zich niet alsnog bedenkt, dan is Hennie de laatste Linders in deze buurtwinkel. •

 

Webmaster: Joris Teepe