Spontane initiatieven botsen soms met de geldende wet- en regelgeving.
Stichting Overal ervaart het aan den lijve met het plan om een zelfgebouwde
windmolen in haar eigen tuin te plaatsen. Toch lijkt het een kwestie van tijd
eer de windmolen kan worden opgericht.
|
|
Op dit terrein verrijst binnenkort de windmolen.
foto’s: Jan Lintsen
|
De aanleiding voor de vergunningsaanvraag van Stichting Overal ligt feitelijk
op het winderige Schotse eiland Scoraigh. Daar bedacht Hugh Piggott in 2008 een
manier om al die wind in zijn voordeel te gebruiken. Hij ontwierp een
eenvoudige windmolen en publiceerde de handleiding ervan vrij voor iedereen
beschikbaar op internet. Het was Piet Willem Chevalier die op het ontwerp van
Piggott stuitte en de mogelijkheden ervan meteen inzag. Zijn enthousiasme over
Piggotts filosofie, namelijk dat men overal ter wereld een windmolen kan bouwen
van lokale materialen, bracht Chevalier uiteindelijk in Mali. In dit Afrikaanse
land, en inmiddels ook in rurale gemeenschappen elders op het continent, staan
nu diverse windmolens die energie opwekken en zo het leven van de bewoners een
stukje makkelijker maken.
Stichting Overal vond het idee van zelfvoorzienend zijn, waar ook ter wereld,
bijzonder aansprekend. Om de aandacht op dit duurzame initiatief te vestigen,
vatte de stichting het idee op ook een windmolen te bouwen. Uiteraard conform
Piggotts ontwerp. Met behulp van de door de windmolen opgeladen accu’s,
kan een elektrische pomp de omliggende tuinen van Stichting De Kaardebol en
Stichting Gast bevloeien. Onder leiding van Chevalier en diens compagnon Joost
Sterenborg werkte een groep van ongeveer twaalf deelnemers vier dagen lang met
man en macht aan de molen. Met succes; aan het eind van de vierde dag was de
windmolen klaar voor gebruik.
Maar, in gebruik genomen is de molen, vijf maanden na dato, allerminst. Nog
altijd is de gereserveerde plek in de tuin van de stichting leeg. De reden? Het
nog niet op orde hebben van de vergunning. „Ik begrijp heus wel dat de
gemeente regels voorschrijft aan het plaatsen van bouwwerken, maar ik zie
inmiddels door de bomen het bos niet meer”, aldus Luna Derks van
Stichting Overal die al enkele maanden de tanden stukbijt op deze materie.
„De websites die je wegwijs moeten maken in het woud van regels en eisen
zijn zeer onoverzichtelijk.” Ondertussen liggen de onderdelen van de
windmolen her en der door het pand verspreid. Netjes gemarkeerd, zodat ze niet
per ongeluk in de verkoop belanden.
Hobbels
Rudolf Pap, van de afdeling Bouwen en Wonen van de gemeente Nijmegen, heeft wel
een idee waar Overal tegenaan loopt. „De windmolen van Stichting Overal
is gebouwd volgens een zelfbedacht ontwerp. Dat betekent dat de molen niet
gekeurd, getest of gecertificeerd is.” Pap illustreert de situatie met
een zelfgebouwde auto: „Daarmee kan ik niet zomaar de weg op.” Om
er zeker van te zijn dat de windmolen degelijk en solide is, moet hij dus aan
een aantal eisen voldoen. Pap kan zich voorstellen dat het aantonen van de
veiligheid van de constructie voor Overal het grootste struikelblok vormt.
„Naast tijd zijn er natuurlijk ook kosten gemoeid met het vergaren van
alle informatie en rekenmodellen.”
|
|
Luna Derks lacht nu nog zuinigjes maar weldra breeduit.
|
Waren deze hobbels te voorzien geweest? „Deels wel”, antwoordt
Sterenborg. „Voordat de workshop plaatsvond, hadden we de stichting
geïnformeerd dat voor het plaatsen van de molen zeer waarschijnlijk een
vergunning nodig was. Tijdens de workshop realiseerden we ons dat de kans
bestond dat ook geluidsmetingen en een veiligheidsrapport moesten worden
overlegd aan de gemeente. We hadden toen al enige tests gepland om metingen te
doen met een windmolen gebouwd volgens dit ontwerp. Maar van de precieze eisen
die de gemeente stelt waren we evenmin op de hoogte.” Betekent dit nu dat
het initiatief van Derks en consorten voor niets is geweest? Sterenborg, die
promotieonderzoek uitvoert aan de TU Delft, denkt van niet. Kort geleden rondde
hij in de windtunnel van de universiteit de geluidsproductietests af van de
betreffende molen. „De tests toonden aan dat de geluidsproductie van de
windmolen gering is. Als we daarnaast de gemeente kunnen laten zien dat de
windmolen veilig is, dan hoeft een vergunning niet ver weg te zijn.” De
laatste stap vóór de gang naar de gemeente is volgens Sterenborg
om te bekijken of alle benodigde informatie voor de vergunningsaanvraag
inderdaad vergaard is. In gezamenlijkheid wordt op korte termijn de aanvraag
voorbereid en gerealiseerd.
•