|
--==Het Nieuwe Leren aan de HAN==--
Nieuwe onderwijsmethode erg wennen
Nul lesuren per week, alleen leren wat je wilt leren voor je hbo-studie. Geen maandelijkse tentamens maar eens in de zes maanden een interview van een half uur voor een beoordeling. Zo omschrijven critici de nieuwe leermethode van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Docenten zijn over het algemeen positief over de anderhalf jaar geleden ingevoerde lesmethode. Studenten komen in de praktijk meer problemen, en vooral zichzelf, tegen.
door Rebecca Wolf
Sinds het studiejaar 2005–2006 heeft de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) haar onderwijs flink aangepast. Onder de naam HAN Onderwijs Flexibilisering (HOF) moet de student niet langer een vak halen, maar vaardigheden ontwikkelen die later in het beroep nodig zijn. Dat betekent in de praktijk een veel grotere zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor de studenten.
Eddie Denessen, docent Onderwijskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen: „Het beste onderwijs voor iedereen bestaat niet. Of een onderwijsvorm geschikt is, wordt altijd bepaald door het type student, het type docent en de inhoud van een vak.” Volgens hem zijn er twee belangrijkere vragen: wat willen docenten van de HAN dat hun studenten leren en is het HOF-onderwijs de beste manier om dit te bereiken?
Lisbeth Verharen en Karlijn Deuss, allebei docent bij de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op de HAN, hebben een duidelijk beeld van wat ze hun studenten willen bijbrengen. Verharen: „Wij willen dat studenten vanaf dag één een heel bewust beroepsbeeld ontwikkelen en dat studenten zelf ontdekken wat voor vaardigheden, inzichten en kennis ze nodig hebben in de beroepspraktijk.” Volgens Deuss is een groot voordeel dat studenten er nu sneller achter komen of een bepaald beroep bij hen past en dat ze, als dat niet zo is, eerder met de studie stoppen.
Een andere reden waarom de HAN voor de nieuwe onderwijsvorm koos, is volgens de twee medewerkers dat het leerproces zo goed mogelijk moet aansluiten bij de verschillende niveaus en voorkeuren van studenten. „Niet iedereen is hetzelfde en daarom hoeft ook niet iedereen zich zaken op dezelfde manier eigen te maken.”
foto: Jan Lintsen
|
Bang dat de opleiding straks leerlingen aflevert die enorm van elkaar verschillen in hun kennis en vaardigheden, zijn de docentes niet. „Je wordt bij het leren door datgene gestimuleerd waar je affiniteit mee hebt, maar ook door de toetsing”, legt Verharen uit. „Uiteindelijk laat je je leiden door de vraag ‘Waar word ik op afgerekend?’. Wij hebben in tegenstelling tot wat sommige critici beweren wel duidelijk omschreven toetsnormen waaraan studenten tijdens een toetsing moeten voldoen”, lacht docente Verharen.
Herkauwen
Docente Deuss vertelt dat sommige studenten echter enigszins moeite hebben met de vernieuwingen binnen het HAN-onderwijs. „Het kan gebeuren dat ze mopperend de klas binnenkomen en roepen: ‘Wij weten niet wat wij moeten doen’. Eerstejaars Laurine van der Meer (20) moest erg wennen aan het nieuwe onderwijs. De studente Maatschappelijk Werk en Dienstverlening had in het begin moeite voor zichzelf keuzes te maken. „Ik heb daarom besloten alle lessen te volgen. Ik ben bang anders iets te missen.” Ook Bijou van Hettema (20), eerstejaars aan de lerarenopleiding Engels, heeft kritiek op het nieuwe onderwijssysteem. Het werken met een, in haar geval al digitale, portfolio vindt ze een beetje een praatje houden op internet. „Je moet altijd je goede en slechte punten noemen”, vertelt de studente. „Als je daar geen idee van hebt, verzin je wat. Als het maar gewoon goed klinkt.” De eis zich in het eerste jaar van de opleiding al een bewust beroepsbeeld te moeten vormen, vindt ze overdreven. Ze wil eerst meer kennis opdoen voordat ze over haar latere beroepsleven gaat nadenken.
Lisbeth Verharen en Karlijn Deuss, docenten Maatschappelijk Werk en Dienstverlening.
foto: Art Wubben
|
Een advies voor verbetering dat allebei de studentes hun docenten willen meegeven: leg iets uitgebreider uit wat van de studenten verwacht wordt, want ook de meeste van hun medeleerlingen vinden het knap lastig of zelfs onmogelijk om alles zelf uit te zoeken. Deuss denkt dat juist het steeds weer herkauwen van wat studenten moeten doen, niet bevorderlijk is voor het ontwikkelingsproces van de leerling: „Je moet studenten dan wel goed begeleiden en leren hoe ze zelf zaken moeten doen als je ze minder in de lessen uitlegt. Maar in principe is alles te vinden in de studiehandleiding en als dat niet zo is, moeten we deze aanpassen.” |
Onderwijsdeskundige Denessen vindt toezicht op een juiste begeleiding van de leerlingen een van de belangrijkste aandachtspunten binnen de nieuwe onderwijsvorm. Daarnaast is hij van mening dat meer aandacht moet uitgaan naar het opleiden van geschikte docenten. „Het lijkt erop dat studenten het helemaal zelf moeten doen binnen deze onderwijsvorm, maar het vergt juist veel van de docenten omdat elke student op maat moet worden begeleid. Docenten moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor de behoefte aan structuur van hun leerlingen.”
Kenmerken HOF-methode:
• verwerven van vaardigheden tijdens het uitvoeren van een zo realistisch mogelijke beroepstaak. Bij Maatschappelijk Werk en Dienstverlening kan dat bijvoorbeeld neerkomen op het afnemen van een intakegesprek.
• De bekwaamheden waaraan studenten moeten voldoen, zijn voor alle studenten binnen een studie dezelfde. De manier waarop de student deze zich eigen maakt, kan per student verschillen.
• Met behulp van een studieloopbaanbegeleider stippelt de student zijn/haar individuele leerroute uit.
• Colleges en werkgroepen worden aangeboden, maar zijn niet verplicht.
• Tentamens als afsluiting van een vak zijn vervangen door het bijhouden van een portfolio van de student die de bekwaamheid aantoont. In de materiaalkeuze (video, essays, intakes en dergelijke) is de student, in overleg met de studieloopbaanbegeleider, vrij.
• Schriftelijke verantwoording voor het verzamelde materiaal en de opgedane kennis legt de student twee keer per jaar af in een zogeheten assessment. Deze beoordeling biedt de docenten gelegenheid op zaken door te vragen.
|