[ vooraf ]
---
de Montage
---
[ recensies ]
---
De wereld ontmoet Boeijen
---
Een ‘vrolijke’ tocht door ’t Nimweegse
---
[ verder ]
---
Nijmeegse Zaken
---
Kort en bondig
---
[ Braams blik ]
---
Henk Braam kijkt naar Nijmegen
---
[ cartoon ]
---
Introductie 'tassenbol' bij supermarkten
---
[ meest gelezen ]
---
Artikel:
Dziga helpt beginnende filmer op weg
Editie: maart 2005

---
Artikel:
Editie: juli 2013

---
Artikel:
Torre en Roos
nog lang niet uitgespeeld

Editie: juli 2013
---
Artikel:
Stalkende politie

Editie: juli 2013
---


--==Exploitanten vrezen voortbestaan==--
Rookverbod doodsteek voor coffeeshops?

Nog even en de sigaret is verdwenen uit het ‘straatbeeld’ van de horeca. Vanaf 1 juli is in alle cafés, restaurants en hotels een rookverbod van kracht. Voor coffeeshops geldt geen uitzondering. Volgens sommigen terecht, anderen zien dit als de doodsteek voor het gedoogbeleid van softdrugs. Met alle maatschappelijke gevolgen van dien.

door Arnout Drent

In februari 2007 kondigde minister Ab Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport af dat hij de horeca in Nederland binnen een jaar rookvrij wilde hebben. Tumult onder uitbaters was het gevolg. De naderende antirookwet zorgt voor verdeelde meningen onder uitbaters. Sommigen zijn blij, anderen hekelen wat zij beschouwen als overheidsbetutteling.

Dat coffeeshops als horecagelegenheden ook een rookvrije werkplek voor hun personeel moeten creëren, doet nog steeds het nodige stof opwaaien onder hun eigenaren. Mits verstoken van tabaksbestanddelen, blijft het roken van hasj en wiet wel toegestaan in deze gelegenheden. De exploitanten ervaren de nieuwe wetgeving als ondermijning van hun bestaan. De vergelijking met een alcoholloze kroeg is snel gemaakt.

Jilbert Esmeijer, eigenaar van De Kronkel in de Vlaamse Gas, reageert enigszins gelaten op het rookverbod. „Ik sta er niet van te kijken. De overheid probeert onze horecasector waar mogelijk te criminaliseren, dus dit is gewoon een volgende pesterij.” Onvoorbereid is hij echter niet op het verbod. „Wij richten ons meer op een eetcafégedeelte en op het dakterras mogen mensen nog wel jointjes met tabak roken. Binnen kan dat alleen met rookvervangers, zogeheten knasters, of puur.”


Menig coffeeshopeigenaar vreest terugloop van de zittende klandizie na het ingaan van het rookverbod in de horeca.
foto: Art Wubben


Menig coffeeshophouder waagt zich nog niet aan verbouwen, want de richtlijnen hieromtrent zijn hen nog altijd niet bekendgemaakt. In theorie bevinden gemeenten zich in deze kwestie aan de zijlijn. Het toezicht op naleving van de wet is niet gedecentraliseerd. Zo’n tweehonderd controleurs van de Voedsel en Waren Autoriteit moeten dit voor hun rekening nemen. Zij delen bij overtreding aan de exploitanten boetes uit van 300 euro, oplopend tot 2400 euro. De klant die toch rookt, blijft een dergelijke boete bespaard.

Waar kroegeigenaren nog kunnen terugvallen op een buitenterras waar roken wel is toegestaan, moeten de coffeeshops het rookvrije probleem letterlijk binnenskamers oplossen. Vanuit de gemeente Nijmegen geldt dat een coffeeshop geen terrasvergunning krijgt, vanwege stankoverlast. Eigenaren moeten dus wel overgaan op interne verbouwingen of zich beperken tot de afhaalverkoop.


Loketfunctie


„Ik ben blij dat ik al eerder mijn zaak heb verbouwd. De kelder die erbij is gekomen, kan desnoods dienen als aparte rookruimte.” Baki Ozbay, eigenaar van coffeeshop De Wedren, vreest niet zo voor de praktische gevolgen van het rookverbod. Hij wil flinke afzuigers in de kelder plaatsen en zo nodig boven de bar. Wel vindt hij het als maategel onbegrijpelijk. „Er is geen coffeeshop waar personeel niet rookt of blowt. Moet ik dan het rokend personeel ontslaan? Even een sigaretje in de lunchpauze is er in de horeca niet bij.”

Waar hij zich grotere zorgen om maakt, is de overlast wanneer het roken van een jointje niet meer mag. Vanaf de vestiging van De Wedren in 1992 heeft hij ervoor gezorgd dat zijn coffeeshop een goed imago uitstraalt. Zo ziet hij er streng op toe dat blowende hangjongeren in het tegenovergelegen park zijn zaak niet in komen. „Daar spelen kinderen en dan ga je niet zitten blowen.”

Nu de antirookwet menige coffeeshop dwingt tot het aannemen van een loketfunctie, vreest ook Ozbay beduidend meer overlast van blowen op straat. „De mensen kijken ons daar als eigenaren op aan.” Met streng toezicht op de klandizie en het rondhangen in de directe omgeving wilde hij dat nu juist voorkomen. Al geeft hij aan dat als de wiet elders is gekocht hij daar weinig aan kan doen.

Het gedoogbeleid is ervoor bedoeld om een scherpe scheiding tussen soft- en harddrugs te maken. Verslavingsinstellingen zien heel duidelijk de sociale functie van de coffeeshops. Via het personeel is er meer zicht op het gebruik en is voorlichting mogelijk. Met het rookverbod dreigt volgens hen die signaleringsfunctie te verdwijnen. Nu veel shops moeten overstappen naar een afhaalcentrum verdwijnt de consument letterlijk uit het zicht.

Esmeijer ziet de toekomst van de coffeeshops, mede door het rookverbod, somber in. Vooral het CDA is volgens hem bezig het cannabisbeleid van de afgelopen 25 jaar om zeep te helpen. „Die partij probeert coffeeshops, die nu nog onder de verantwoordelijkheid vallen van volksgezondheid, te verplaatsen naar justitie. Binnen de EU moet het justitiebeleid voor Nederland in 2012 gelijkgetrokken zijn met de rest van Europa. Dat betekent het einde voor de coffeeshops, al is de meerderheid tegen. •

 

Webmaster: Joris Teepe